Een klein beetje hoop

Geloof dat verwondert me niet, zegt God.

Ik ben namelijk overal zo zichtbaar aanwezig,

in de zon en de maan en de sterren aan de hemel

en in ’t gewemel van de vissen in rivieren,

en in alle dieren

en in het hart van de mens, dat het diepste is.

Het meest ben ik in het kind

dat mij het liefste is dat ik ooit heb geschapen.

In alles wat boven en onder is ben ik zo

luisterrijk aanwezig dat geloven in mijn ogen

geen wonder is.

Ook liefde verwondert me niet, zegt God.

Er is onder de mensen zoveel verdriet,

soms niet te stelpen, dat je toch vanzelf ziet

hoe ze elkaar moeten helpen?

Ze zouden wel harten van steen moeten

hebben als ze voor hen die tekort hebben

het brood niet uit hun mond zouden sparen.

Nee liefde dat verwondert me ook niet.

Maar wat me wel verwondert, zegt God, is hoop.

Daar ben ik van ondersteboven!

De mensen zien toch hoe het er in de wereld toegaat?

Toch geloven ze dat het morgen beter zal gaan.

Wat een wonder is er voor nodig dat zij dat

kleine beetje hoop niet als overbodig ervaren?

Het met grote tederheid in hun hand en hart bewaren.

Een vlammetje dat keer op keer wankelt

en dreigt neer te slaan,

en dat toch altijd weer weet op te staan

en niet wil doven.

Soms kan ik mijn eigen ogen haast niet geloven!

Geloof en liefde zijn als man en vrouw.

Hoop is een heel klein kind van niks.

Het stapt op tussen de beide ouders

en iedereen denkt: de ouders houden

het bij de hand, die wijzen het de weg.

Maar daarvan heb ik meer verstand, zegt God:

Het is dat kleine kind met zijn hoop

dat al wat tussen mensen leeft en al hun

heen en weer geloop licht en richting geeft.

Het is dat kleine kind met zijn hoop

dat in al zijn angsten en onzekerheid,

in al zijn dromen en verlangens

de mensen laat zien, soms heel even,

wat er in het leven mogelijk is.

Geloof zegt God dat verwondert me niet.

Liefde zegt God dat is voor mij geen wonder.

Maar de hoop zegt God is bijna niet te geloven.

Van de hoop daar ben ik van ondersteboven.

Vrij bewerkt naar De poort naar het geheim van de tweede deugd van Charles Péguy (1912).

Over de schrijver
hendrik herman fransen inspireert mensen om hun innerlijk licht te versterken, hun zelfgenezende vermogens een boost te geven en om élk aspect van hun leven naar een hoger plan te tillen.
tooske
Door

tooske

op 05 Oct 2014

Zo krachtig en hoopvol was ik als kind, zo teleurgesteld en verdrietig op zoek naar mezelf ben ik als volwassen vrouw door deze mooie en liefdevolle text heb ik mijn hoopvolle kind in mezelf weer gevonden Dank U liefs tooske

Loopbaan
Door

Loopbaan

op 18 Apr 2015

Een diepgaand, krachtig en heel mooi gedicht. Ik zit hier met tranen in mijn ogen. Echt w-a-u-w.- Liza Melde

Reactie plaatsen