De overheid heeft niks over mij te zeggen tenzij ik daar in alle vrijheid mee instem
Gratis boek - vrij te verspreiden
Dit boek is mijn antwoord op de framing van autonome mensen in de media als: asociaal, radicaal en complotdenkers. Ik hoop dat het de lezer een heel andere kijk geeft op de autonome mens en dat het velen aanzet zich verder in het onderwerp autonomie te verdiepen.
OVER DIT BOEK
Dit boek gaat over de mensen in de autonomiebeweging, die in de media vaak worden weggezet als asociaal, radicaal, complotdenker of zelfs extremist en “een gevaar voor de democratie”. Waarom doen de media dat? Wie zijn deze zogenaamde “autonomen”? Wat proberen ze aan de kaak te stellen? En waar staan ze écht voor? Die vragen beantwoord ik in dit boek.
Mocht het aantal pagina’s van dit boek je afschrikken, bedenk dan dat ik een grote letter gebruik en dat de regelafstand ruim is. De meeste mensen lezen het boek (in één ruk) in zo’n 2 uur uit.
Maar mocht tijd echt een struikelblok voor je zijn, lees dan alleen de eerste 25 bladzijden. Je hebt dan de kern van mijn boodschap al te pakken.
Je mag dit boek vrij met anderen delen.
OVER DE SCHRIJVER
Ik ben een levend mens met warm stromend bloed vol liefde voor de fantastisch mooie planeet waarop we leven.
- Henk vdf Fransen
In dit boek verwoord ik mijn mening en mijn huidige kijk op de maatschappij. Neem niet zomaar aan wat ik schrijf. Onderzoek meerdere bronnen en vorm op grond daarvan je eigen mening. Het is enkel mijn doel om je aan het denken te zetten over een aantal zaken die doorgaans normaal worden gevonden. Wat jij vervolgens met mijn informatie doet, is je eigen verantwoordelijkheid.
INHOUD
Voorwoord
Waarom heb ik dit boek geschreven?
Proloog
Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?
Hoofdstuk 1
Wat zijn autonome mensen?
Hoofdstuk 2
Een aantal boute uitspraken van autonome mensen
Hoofdstuk 3
Wat vindt de overheid van de uitspraken van autonome mensen?
Hoofdstuk 4
Het verschil tussen een “mens” en een “burger”
Hoofdstuk 5
Hoe dood is een burger?
Hoofdstuk 6
Waarom de overheid mensen tot slaaf maakt
Hoofdstuk 7
Weten de mensen bij de overheid waaraan ze meewerken?
Hoofdstuk 8
Hoe diep gaat de hypnose?
Hoofdstuk 9
Wie heeft eigenlijk écht de macht?
Hoofdstuk 10
Waarom autonome mensen geen belasting (willen) betalen
Hoofdstuk 11
'Maar belasting betalen is toch goed?’
Hoofdstuk 12
Betalen wij echt 90% belasting?!
Hoofdstuk 13
De autonome samenleving
Hoofdstuk 14
Hoe bevrijd je je uit de “gevangenis”?
Hoofdstuk 15
Stap uit de matrix
Hoofdstuk 16
Het hele verhaal tenietdoen
Hoofdstuk 17
Waarschuwing
Hoofdstuk 18
Meer weten?
VOORWOORD
Waarom heb ik dit boek geschreven?
Tot voor kort was ik ervan overtuigd dat ik in het vrije Westen leefde en ik was trots op onze democratie en welvaart. Daartegenover vond ik dat landen als China en Rusland onvrij waren en dat derdewereldlanden hard hulp en ontwikkeling nodig hadden. Door een aantal ervaringen de laatste jaren (waarover meer in dit boek) ben ik hier anders over gaan denken.
Nu ben ik van mening dat wij in het Westen minstens zo onvrij zijn als mensen in China en in Rusland. Ik ben zelfs tot de slotsom gekomen dat wij, net als zij, in een gevangenis leven. Onze gevangenis ziet er alleen wat mooier uit en de muren ervan zijn transparant, waardoor de meeste mensen niet door hebben dat ze gevangen zitten.
Dit boek gaat over die doorzichtige muren van onze westerse gevangenis. Ik zal niet alleen laten zien waar deze muren staan en hoe het kan dat je ze haast niet ziet, ik zal ook aandacht besteden aan de manier waarop je uit de gevangenis kunt stappen - wanneer je ze eenmaal ziet.
Henk vdf Fransen
Arnhem, zomer 2023
PROLOOG
Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?
Het kan natuurlijk nooit echt gebeurd zijn, daarvoor is het gewoon té erg.
Maar stel nu eens dat het wél waar is… wat zou je dan doen?
Macht
Lang, heel lang geleden ontstond er Macht. Macht wist zich op de een of andere manier een goede positie te verwerven en toen hij die positie eenmaal had, kon hij die ook vrij gemakkelijk handhaven.
Wanneer het daarbij was gebleven, was het allemaal niet zo erg geweest, maar om de een of andere duistere reden was Macht nooit tevreden en wilde hij almaar meer Macht. Het ging heel langzaam hoor, maar met elke volgende generatie had Macht het gewoon net iets beter geregeld voor zichzelf en er nog wat Macht bij gepikt.
Door de ongelijkheid die Macht creëerde, kreeg Mens het zwaar; Leven van Mens ging geleidelijk aan over in Overleven. Maar zoals gezegd: het ging heel langzaam en elk nieuw Mens werd gewoon in de bestaande situatie geboren en wist dus eigenlijk niet beter.
Geld en Bank
Op een gegeven moment kreeg Macht het idee om het ruilmiddel van die tijd in eigen beheer te nemen. Hij noemde dit ruilmiddel Geld en creëerde Bank. Een deel van Macht werd nu Bankier, maar natuurlijk bleven ze alles samen delen.
Macht besloot dat alleen Bankier Geld mocht bijdrukken en niemand anders. Vervolgens leende Bankier Geld uit aan Mens. Mens moest in ruil daarvoor Rente betalen. Dat was eigenlijk best vreemd, want op die manier kreeg Bankier Geld over iets dat hij gewoon uit het niets had gecreëerd.
Rente en Belasting
Rente was dus eigenlijk heel oneerlijk. Macht en Bankier werden er rijk door en Mens moest ervoor werken. Bovendien ging Geld door Rente naar “Boven”, naar Macht en Bankier, ver weg van Mens. Daardoor bleef er “Beneden” voor Mens steeds minder over, waar hij steeds meer mee moest doen. Mens wist dat niet zo precies te verwoorden, maar hij voelde de druk wél. En die was heel onaangenaam.
Dit leek Macht en Bankier niet te deren. Sterker nog: Rente bracht hun weliswaar veel geld op, maar niet genoeg. Daarom bedachten ze nog iets om Mens Geld af te pakken: Belasting. Dat was geen leuk woord en daarom werd het mooi verpakt. Belasting, zo vertelden Macht en Bankier, was speciaal voor Mens. Van Belasting werden alleen maar mooie dingen voor Mens gedaan. Op die manier kon Mens voor Mens zorgen. Daarom mocht Mens best trots zijn op Belasting!
Algemeen Nut
De eerste tijd deden Macht en Bankier precies wat ze hadden beloofd; nou ja, bíjna precies. Van Belasting kochten ze dingen van Algemeen Nut en ze hielden een klein deel voor zichzelf. Wel steeds iets meer, overigens. Dat moest ook wel, omdat het echt veel werk was om Algemeen Nut goed te regelen. Raar eigenlijk, want Mens had Algemeen Nut voorheen prima zelf geregeld.
Erbij neerleggen
Mens vond Rente en Belasting in het begin helemaal niet fijn en was het er niet mee eens. Maar omdat Macht nu eenmaal Macht had, zei hij gewoon dat het normaal was. En als je het daarmee niet eens was, moest je van Macht je mond houden, kreeg je Boete of werd je buitengesloten. Dat werkte verrassend goed, want als je arm bent, wil je natuurlijk niet buitengesloten worden en wil je al helemaal geen Boete.
Daarom legde Mens zich na verloop van tijd bij de situatie neer en een paar generaties later had niemand meer door hoe gek het was dat Macht en Bankier Rente en Belasting vroegen - en hoeveel druk die twee voor Mens veroorzaakten.
Jaarlijks feest
Bankier kreeg met het Geldspel zonder iets te doen heel veel Geld in handen en Mens moest almaar harder werken om Rente en Belasting te blijven opbrengen. Macht pakte Mens inmiddels bijna een derde van Inkomen af en hield een groot deel daarvan voor zichzelf. Alles bij elkaar was het echt een doorslaand succes (voor Macht en Bankier) en één keer per jaar organiseerden ze dan ook samen een feestelijke bijeenkomst, waarop ze met elkaar proostten op hun succes en nadachten over nieuwe plannen om nog meer Macht en Geld in handen te krijgen.
Oorlog
Je vindt het misschien heel raar wat ik nu ga opschrijven en daarom breng ik hier nog een keer de aanvangszinnen van dit verhaal in herinnering:
Het kan natuurlijk nooit echt gebeurd zijn, daarvoor is het gewoon té erg.
Maar stel nu eens dat het wél waar is… wat zou je dan doen?
Tijdens een van hun feestelijke bijeenkomsten hadden Macht en Bankier ontdekt dat je gemakkelijk geld kon verdienen en ook nog eens meer Macht kon verwerven door op grote schaal ruzie te maken. Ze noemden dat Oorlog. Dit was echt een slim plannetje, want Oorlog bracht gewoon heel veel geld in het laatje van Macht en Bankier, zowel tijdens Oorlog als in de herstelfase erna. Oorlog putte Mens bovendien enorm uit en daardoor kreeg Macht vanzelf nog meer Macht.
Om Oorlog te beginnen hoefde Macht eigenlijk alleen maar een goede reden te bedenken om Mens zover te krijgen mee te doen. En dat was tot zijn verbazing veel makkelijker dan hij had gedacht. Het beste, zo had Macht ontdekt, kon je Mens meekrijgen in Oorlog door anderen zwart te maken of als een bedreiging af te schilderen. Vooral dat laatste was heel effectief. Mens was dan al gauw bereid om zijn eigen leven op het spel te zetten en ook om anderen te doden. Daardoor vielen vaak heel veel slachtoffers.
Staatsschuld
Ná Oorlog moest alles natuurlijk weer worden opgebouwd en daarvoor was Geld nodig, heel veel Geld zelfs. Dat Geld leende Macht dan aan Mens, onder het mom van ondersteuning, door dit uit het niets bij te drukken. Het geleende Geld werd met een mooi woord “Staatsschuld” genoemd. Dat was eigenlijk een heel misleidend woord, waar Mens gek genoeg intrapte. Mens zélf draaide immers voor Staatschuld op. “Mensschuld” zou dus een beter woord zijn geweest.
Samengevat ging het als volgt in zijn werk: Macht en Bankier drukten “ter ondersteuning” Geld, waarover ze zowel Rente als Belasting inden en waarvoor Mens dus jarenlang nóg harder moest werken. Het was wel heel erg doorzichtig, maar zoals gezegd: Mens geloofde het en het leverde wederom heel veel Geld op voor Macht en Bankier.
Van kwaad tot erger
Macht en Bankier werden steeds hebberiger en bedachten op hun jaarlijkse feesten het ene na het andere slimme plannetje, waarvan je als Mens gewoon niet kunt geloven dat ze waar zijn.
Zo had Macht bijvoorbeeld ontdekt dat Reclame tot veel winst kon leiden. Door Reclame bleek je Mens echt de gekste dingen te kunnen laten doen en hem ook de meest onzinnige dingen te laten kopen. Dingen die hij helemaal niet nodig had en die ook nog eens zijn gezondheid ondermijnden.
En toen Mens door al het harde werken en de ongezonde dingen die Macht hem aanbood, steeds zieker en ongelukkiger was geworden, opende zich een heel nieuwe markt: Medicijn. Met Medicijn kon je echt ongelooflijk veel Geld maken. De kunst daarbij was om Mens de indruk te geven dat hij door Medicijn steeds langer kon blijven leven, en dat hij het onderliggende lijden gewoon moest accepteren. Dan kon je Mens echt bijna eindeloos Medicijn blijven verkopen.
Belastingparadijs
Met het vele Geld dat Macht en Bankier inmiddels hadden vergaard, kochten zij alle grote bedrijven op en noemden die Multinational. Vervolgens creëerden ze Belastingparadijs. Zo’n Paradijs was alleen voor Multinational, die in dat Paradijs bijna geen Belasting hoefde te betalen. De winst van Multinational verdween natuurlijk weer in de zakken van Macht en Bankier. Mens moest uiteraard wél Belasting blijven betalen; sterker nog, een beetje extra, want anders klopte de balans niet meer, dat begreep Mens toch wel? Of niet? Ja, Mens begreep het, maar misschien niet meer helemaal…
Welvaart & Economische Groei
Welvaart & Economische Groei is waarschijnlijk het beste idee dat Macht en Bankier ooit hebben bedacht. Je kon er namelijk eindeloos gevarieerd mee inspelen op het inmiddels steeds groter geworden Ongeluk van Mens.
Zo kon je Mens met Welvaart & Economische Groei het gevoel geven dat hij het goed had en hem steeds opnieuw verleiden om Geld bij te lenen. Daarover kon je dan Rente berekenen, enorme winsten maken via Multinational en Mens met steeds meer belastingdruk nóg harder laten werken en nóg afhankelijker maken.
En… onder het mom van Welvaart & Economische Groei konden Macht en Bankier ook arme landen uitbuiten zonder dat Mens dat in de gaten had. Ze vertelden Mens gewoon dat ze deze arme landen gingen helpen om ook meer Welvaart te bereiken. Maar in werkelijkheid zadelden ze hen op met een enorme schuldenlast, pakten ze hun grondstoffen af en maakten ze gebruik van hun lage loonkosten en van kinderarbeid om nog meer winst te maken dan ze al deden. Slim bedacht toch? En het mooiste was wel dat Mens het (opnieuw) niet doorhad omdat het - alweer - zo mooi was verpakt.
Angst
Helaas putte Economische Groei Aarde uit. Dat leek in eerste instantie niet zo handig, maar bleek dat achteraf toch wel te zijn, in ieder geval voor Macht en Bankier. De uitputting van Aarde en de veranderingen in Klimaat die daarmee gepaard leken te gaan, riepen namelijk Angst op bij Mens, vooral nadat deze ontwikkelingen door Wetenschap en Nieuws aanzienlijk waren aangedikt. Angst maakte dat Mens nog meer dan voorheen opkeek tegen Macht en hoopte dat die met Oplossing zou komen. Hierdoor kon Macht Mens nog makkelijker laten doen wat hij in gedachten had. En toch… ondanks of misschien wel dankzij de toenemende druk begon een deel van Mens ook aan te voelen dat Macht en Bankier niet deugden. Dat was voor het eerst dat Mens wakker begon te worden.
Wat Macht en Bankier niet hadden voorzien
Wat Macht en Bankier niet hadden voorzien, is dat Mens door alle onrecht begon te verlangen naar Licht. Macht en Bankier hadden dat ook niet kúnnen voorzien, want zij kénden geen Licht. Macht en Bankier waren namelijk Duister.
Het verlangen van Mens naar Licht werd geboren uit de pijn van de eeuwenlange spelletjes die Macht en Bankier met Mens hadden gespeeld. En zijn verlangen werd nog versterkt doordat hij Medemens begon te zien. Het verlangen van Mens kreeg daardoor vele gezichten: verlangen naar Gelijkwaardigheid, naar Delen, naar Zorg voor elkaar en voor Aarde, naar Recht en nog vele andere zaken die in het Hart van Mens weer tot leven kwamen.
Kantelpunt
Licht werd in korte tijd sterker, en ook al wist Mens nog niet goed hoe hij Onrecht het beste kon aanpakken, hij zond wel al veel Licht de kosmos in. Het was net een gebed van Licht dat Mens uitzond.
Niemand had een goede verklaring voor wat er daarna gebeurde, maar het was overduidelijk dát het gebeurde: het uitgezonden Licht werd beantwoord; het kwam in veelvoud naar Aarde terug. En door die grote hoeveelheid terugkerend Licht ging Mens nog beter zien waarin hij zo’n lange tijd verstrikt had gezeten. Allerlei duistere zaakjes van Macht en Bankier kwamen aan het Licht. Het was best schokkend wat Mens in korte tijd allemaal ontdekte. Een deel van Mens kon gewoon niet geloven dat Macht en Bankier eeuwenlang zo hebberig waren geweest, maar een groot deel begon het wél te zien. Het viel eigenlijk ook niet meer te ontkennen, want elke dag hoorde je wel over een nieuw schandaal dat aan het licht was gekomen.
Complotdenkers
Mens die Macht en Bankier doorkreeg en anderen daarover wilde informeren, werd zo veel mogelijk buiten Nieuws gehouden. Zijn ontdekkingen mochten er gewoon niet in en hijzelf werd door Macht weggezet als Asociaal, Extremist of Complotdenker. Hoe durfde hij zulke erge dingen over Macht en Bankier te zeggen, of zelfs maar te denken? Macht en Bankier hadden immers het beste met Mens voor, tenminste: dat beweerden ze zelf dag in dag uit in Nieuws.
Macht en Bankier worden bang
En toch waren Macht en Bankier er niet gerust op. Het ging niet goed. Mens werd Lichter en kreeg hun spelletjes door. Wat te doen? Macht en Bankier kwamen voor een spoedzitting bijeen. Voor het eerst waren ze niet meer zo zelfverzekerd; eigenlijk waren ze bang dat ze Macht en Geld zouden verliezen. Ze besloten dat beslist niet te laten merken, maar het was wel zo.
De finale
Als je tot hier bent gekomen, vind je het waarschijnlijk niet meer zo raar wat ik nu ga schrijven, maar toch breng ik eerst de aanvangszinnen van dit verhaal nog een keer in herinnering:
Het kan natuurlijk nooit echt gebeurd zijn, daarvoor is het gewoon té erg.
Maar stel nu eens dat het wél waar is… wat zou je dan doen?
Macht en Bankier besloten alles op alles te zetten om Macht terug te pakken en Totale-Controle te krijgen over Mens. Ze smeedden een plan waarin ze de beste trucs die ze kenden, samenvoegden om Licht in Mens te doven. Eén ding was zeker: er zouden vele vijanden nodig zijn om Mens nog langer in Angst en Verwarring te houden. En het was ook overduidelijk dat ze hun plannen sneller zouden moeten uitrollen dan ze eigenlijk konden en wilden, maar dat moest dan maar…
De eerste vijand die naar voren werd geschoven, was Virus. Virus maakte heel veel mensen ziek, het bedreigde de hele Mensheid en moest met Jan en alleman worden bestreden. Werkelijk iedereen moest meedoen! Het leek wel Oorlog: mondmaskers, een avondklok en zelfs totale lockdowns werden uit de kast gehaald om Virus te bestrijden.
In no-time werd Oplossing gelukkig ook gevonden: een heel speciaal Medicijn, dat echt iedereen moest in-nemen! Totdat het bedrog hiervan door velen werd gezien; toen was Virus plotseling verdwenen en vervangen door twee nieuwe vijanden: Rusland en Klimaat. Beide werden door Nieuws van uur tot uur opgeblazen tot gigantische bedreigingen en de hele wereld werd erbij betrokken.
Toch leek Licht in Mens door dit alles nog steeds niet genoeg gedoofd. Daarom werd Inflatie uit de kast gehaald. Inflatie hadden Macht en Bankier opzettelijk gecreëerd. Inflatie moest Mens op zijn meest kwetsbare plek raken: Geld! Mens had namelijk door eeuwenlange inprenting het gevoel gekregen niet zonder Geld te kunnen leven. Het volledige gebrek aan Geld zou bij Mens dus zeker Doodsangst veroorzaken. En wanneer Mens in Doodsangst was, zouden Macht en Bankier hun laatste kaart uitspelen: CBDC, Digitaal Programmeerbaar Geld, waarmee ze Totale-Controle over Mens zouden verkrijgen.
CBDC, hun grootste troef, zou mooier verpakt worden dan al hun eerdere plannen. CBDC zou gepresenteerd worden als dé Oplossing voor alle onrecht en alle problemen op aarde. Daarnaast zou CBDC Natuur redden en bovenal: Klimaat. En dat was absoluut nodig, want het laatste uur van Mens had geslagen!
Mens zou de verleiding van CBDC vast niet kunnen weerstaan en zo ongemerkt in de val lopen van Totale-Controle. Tenminste… dat hóópten Macht en Bankier.
Mens, Licht en Liefde
Wonderlijk dat Macht en Bankier hoopten… dat hadden ze echt nog nooit eerder gedaan. Ze waren altijd heel zeker van hun zaak geweest. Nu, echter, graaiden ze met al hun doorzichtige en vaak al eerder gebruikte trucs zo komisch om zich heen dat Mens op zijn klompen begon aan te voelen dat Macht en Bankier bang waren en dat ze een verborgen en heel nare Agenda hadden.
Mens, die dit steeds beter begon te doorzien, werd veel zekerder van Licht, zekerder van zijn invloed en met name zekerder van zijn macht. En ook al wordt “macht” van Mens met een kleine letter geschreven, zijn macht is vele malen groter dan die van Macht en Bankier samen! De macht van Mens is namelijk Liefde. Liefde voor Medemens, Liefde voor Aarde en Liefde voor nog zoveel meer!
Het is nu nog slechts een kwestie van tijd voordat Mens hélemaal opstaat en zich Licht volledig toe-eigent en laat stralen.
Noot:
Macht en Bankier, Oorlog en Vrede, Recht en Onrecht, Duister en Licht,… al deze aspecten bevinden zich zowel ín als búíten ons. Ze zijn noch goed, noch fout. De vraag is: hoe ga jij ermee om?
HOOFDSTUK 1
Wat zijn autonome mensen?
In het verlengde van de Proloog “Hoe heeft het ooit zover kunnen komen?” kun je stellen: autonome mensen zijn mensen die het “spel” van de macht en de banken (beginnen te) doorzien en daar hun conclusie uit trekken: ze maken zich er los van.
Hoge standaard
“Autonoom” betekent zelfsturend. Dus de autonome mens is een zelfsturend mens. Hij laat zich niet van buitenaf (be)sturen door anderen, zoals met name de overheid en haar wetboeken. In plaats daarvan laat hij zich van binnenuit leiden door slechts één regel, die de Schepper* in zijn hart heeft gegrift: “Gij zult niet doden, niet stelen, niet dwingen en niet liegen of bedriegen”; in het Engels krachtig samengevat als: “Do no harm” (doe geen schade; niet aan mensen, niet aan dieren, niet aan planten en niet aan de fantastisch mooie planeet waarop we leven). Een hogere standaard ken ik niet.
* Uiteraard zijn niet alle autonome mensen religieus, noch geloven ze allemaal in een Schepper. Het gebruik van deze term is dan ook overdrachtelijk bedoeld: inherent aan ons mens-zijn is dat we deze ene ‘regel’ allemaal bij onszelf vanbinnen kunnen voelen.
De media
De autonome mens kiest dus vrijwillig voor een hoge ethiek, namelijk om respect uit te drukken voor alles wat leeft. Dat is iets heel anders dan wat je doorgaans in de media over deze mensen leest. Daar worden ze vaak “autonomen” genoemd (het woordje “mens” is even verdwenen!) en worden ze niet zelden weggezet als asociaal, extremist of complotdenker. Wat een verschil!
Hoe kan dat? Ik denk dat dat is omdat autonome mensen een aantal heilige huisjes van de macht omver schoppen. Dat vindt de macht natuurlijk niet zo leuk en dan heeft hij al gauw de neiging om deze mensen (in het nieuws) zwart te maken. In ieder geval heeft hij dat in de geschiedenis al heel vaak op die manier gedaan.
Hoe zou jij het vinden…?
Maar het kan natuurlijk ook zijn dat autonome mensen niet alleen aan de heilige huisjes van de macht komen, maar dat ze ook behoorlijk rammelen aan de basis van het wereldbeeld van “gewone mensen”. En hoe zou jíj het vinden wanneer je wereldbeeld zou (beginnen te) wankelen? Wanneer alles wat je tot nu toe dacht over het functioneren van deze maatschappij gewoon niet waar blijkt te zijn? Wanneer je erachter komt dat je misschien zelfs op bepaalde vlakken je hele leven lang belazerd bent?
Dat zou best bedreigend kunnen zijn. Ons wereldbeeld biedt ons immers veiligheid en houvast? We hebben er niet alleen (een deel van) onze identiteit op gebaseerd, maar ontlenen er vaak ook onze status en ons inkomen aan, kortom: onze hele manier van leven zit eraan vast. Wat als dat allemaal op losse schroeven komt te staan?
En mochten de ideeën van autonome mensen kloppen, dan zou dat bovendien nog meer van je vragen. Het zou je namelijk een extra verantwoordelijkheid geven ten aanzien van wat je wel en niet accepteert in deze wereld. En dat betekent dat jíj voor belangrijke keuzes komt te staan, niet alleen voor jezelf, maar ook voor anderen en voor de generaties die na jou komen.
Weten is geweten.
Mijn uitnodiging aan jou
Ik weet vrij zeker dat je moeilijk in één keer alles zult kunnen geloven wat ik in dit boek beschrijf. En dat kan ik goed begrijpen. Ik herinner me namelijk nog goed hoe het mijzelf verging toen ik deze informatie op het spoor kwam: ik stond voortdurend hoofdschuddend op van mijn bureau en liep geschokt door de kamer heen en weer, terwijl ik almaar herhaalde: “Dit kan niet waar zijn”, “Dit kan níét waar zijn”. Ik schreef daarover in de Proloog:
… Allerlei duistere zaakjes van Macht en Bankier kwamen aan het Licht. Het was best schokkend wat Mens in korte tijd allemaal te zien kreeg. Een deel van Mens kon gewoon niet geloven dat Macht en Bankier zo hebberig waren, maar een groot deel begon het wél te zien.
Ik nodig jou hierbij uit om tijdens het lezen van dit boek je ideeën over hoe de wereld in elkaar steekt, inclusief je eventuele (voor)oordelen, even helemaal te parkeren. Bereid je erop voor dat je in de volgende hoofdstukken dingen zult lezen die je niet voor mogelijk houdt, en weet dan dat dat een heel normale reactie is.
De dingen die je leest, passen namelijk gewoon niet in je hart. Het hart begrijpt ze niet, omdat de manier waarop onze maatschappij momenteel functioneert, te ver verwijderd is van de liefde.
Ik ben benieuwd wat je van de informatie vindt en ik hoop oprecht dat dit boek jouw kijk op de wereld verrijkt!
HOOFDSTUK 2
Een aantal boute uitspraken van autonome mensen
Vrijwel alle autonome mensen herkennen zich in de volgende uitspraken:
Ieder mens is vrij
Ieder mens is van geboorte vrij – dat is waarheid. Geen mens heeft iets over een ander mens te zeggen en geen mens staat “boven” de ander zonder diens instemming. En voor een dergelijke instemming is vereist dat de mens volledig geïnformeerd, bewust en vrij is.
Ik heb als levend mens dus niks over jou te zeggen wanneer jij daar niet mee instemt. En andersom geldt ook dat jij als mens niks over mij te zeggen hebt wanneer ik daar niet mee instem.
Noot: het waarheidsgehalte van “Ieder mens is van geboorte vrij” is soms moeilijk te vatten, omdat we in een wereld terecht zijn gekomen die heel ver van deze waarheid af staat. En toch: wanneer een mens met beelden wordt geconfronteerd van een marteling of een concentratiekamp, ervaart hij doorgaans direct hoe “fout” het is om de vrije wil van een ander te schenden.
Wat de mens creëert is van hem en van niemand anders
Daarnaast is het waarheid dat alles wat een mens creëert met zijn eigen levensenergie, zonder daarbij een ander te schaden, zijn eigendom is. Niemand mag zo’n eigendom afpakken (lees: stelen).
Dus: het geld dat ik heb verdiend door met mijn levensenergie bepaalde producten en diensten te creëren, is vanzelfsprekend van mij en van niemand anders. En dat geldt ook voor alles wat ik van dat geld gekocht heb. Tenminste: zolang ik daarbij niemand heb geschaad.
En andersom geldt ook weer: dat wat jij als mens hebt gemaakt, verdiend en gekocht, is in waarheid van jou. Tenminste: zolang jíj daarbij ook niemand hebt geschaad.
Gelijkwaardigheid is het beste zichtbaar in de wieg
Stel jezelf eens drie wiegjes voor. In het ene lig ik, in het andere jij en in een derde Willem-Alexander. We liggen daar alle drie naakt en blozend te stralen dat het een lieve lust is. Geen van ons heeft iets over de ander te zeggen. Ik niet over jou of Willem-Alexander, jullie beiden niet over elkaar of over mij. En geen van ons mag ook zomaar iets van de ander afpakken. We zijn als mens niet alleen vrij geboren, maar ook volledig gelijkwaardig.
De overheid* heeft óók niets over mij te zeggen
Dat mensen vrij en gelijkwaardig geboren worden, wil zeggen dat geen mens boven een ander mens staat. Dat betekent dus ook dat geen mens, ook niet een mens die voor de overheid werkt, een ander mens kan (be)sturen zonder diens instemming.
Vanzelfsprekend kan ook de overheid met al haar wet- en regelgeving dat niet. Immers: de overheid en al haar regels zijn dode dingen, het zijn ficties die enkel op papier bestaan (iets waar ik later in dit boek nog op terugkom).
* Met “de overheid” bedoel ik de hele “organisatie” die ons land bestuurt: van de koning tot en met de Eerste en Tweede Kamer, van de regering tot en met alle ‘lagere’ bestuurslagen en van de rechterlijke macht tot en met alle (andere) uitvoeringsinstellingen. Daarbij is het voor mij helder dat achter met name de regering de macht van het grote geld schuilgaat (banken en multinationals) en dat deze een enorme invloed heeft op wat er op regeringsniveau wel en niet wordt besloten.
De mens is in wezen zijn eigen rechter
De mens kán zich aan de geschreven wet houden, maar hóéft dat niet wanneer hij dat niet wil. De eerste vraag die in een rechtszaal dan ook beantwoord dient te worden, is: wil jij je als mens “onder de wet plaatsen”? Pas wanneer jouw antwoord daarop “ja” luidt, kan de rechter recht over jou spreken. Wanneer jouw antwoord “nee” is, is jouw wil wet en ben jij je eigen rechter.
Noot: elke andere reactie van jouw kant op een vorm van communicatie van het gerecht plaatst jou, doorgaans zonder dat je je daar bewust van bent, ónder het gezag van de rechter. (Ook dat wordt in het vervolg van dit boek verder uitgelegd.)
De mens leeft naar slechts één ongeschreven regel
De mens is gemaakt naar het evenbeeld van zijn Schepper, God, Liefde*. Hij wordt daardoor van binnenuit geleid door de eenvoudige regel die Deze in zijn hart heeft gegrift: “Gij zult niet doden, niet stelen, niet dwingen en niet liegen of bedriegen”; in het Engels krachtig samengevat als: “Do no harm” (“Doe geen schade”; niet aan mensen, niet aan dieren, niet aan planten en niet aan de fantastisch mooie planeet waarop we leven). Dat is de enige, ongeschreven regel die voor een autonoom mens vanzelfsprekend waar is. Alle andere wetten en regels, bedacht en opgeschreven zonder de mens daarin direct te betrekken, zijn niet op hem van toepassing zonder zijn uitdrukkelijke instemming.
* En zoals reeds aangegeven: je hoeft niet in God te geloven om deze uiteenzetting te kunnen volgen. Je kunt voor God bijvoorbeeld ook invullen: ‘het Leven’, of ‘de Bron van al het leven’.
Wat is jouw reactie hierop?
Iedereen die deze uitspraken leest, zal hier verschillend op reageren. Ik hoor vaak van mensen dat ze deze (te) ver vinden gaan, of zelfs aanmatigend vinden: ‘Wie denk jij wel dat je bent dat je je niet aan de wet zou hoeven te houden?’ Toch ken ik ook best veel mensen die de eerste drie uitspraken heel logisch vinden, maar afhaken op het moment dat deze consequent worden doorgetrokken naar de overheid. Dat een belastingambtenaar, een politieagent of een rechter niks over jou als mens te zeggen heeft, gaat er bij veel mensen gewoon (nog) niet in.
En op het moment dat ik nóg een stap verder ga en beweer dat “de wil van de mens wet is” en dat “de mens zijn eigen rechter is”, haakt vrijwel iedereen af. Dan zou het hek namelijk van de dam zijn, zo denken de meesten: ‘Dat wordt chaos!’ Maar is dat wel zo? Is de wereld mét al haar wetten en rechters nu ook al niet een grote puinhoop? En wordt die puinhoop veroorzaakt door de gewone man? Of door een paar op macht beluste individuen in Oost én West die meedogenloos zijn en zich sowieso aan geen enkele wet houden?
HOOFDSTUK 3
Wat vindt de overheid van de uitspraken van autonome mensen?
Uit de vele briefwisselingen van autonome mensen met de overheid die ik heb mogen inzien, komt naar voren dat de overheid op hun uitspraken uit het vorige hoofdstuk meestal iets antwoordt in de trant van: autonomen hebben in theorie misschien wel gelijk, maar in de werkelijkheid niet. Autonomen moeten zich net als ieder ander gewoon aan de wet houden, zo stelt de overheid dan; iedere Nederlander moet dat namelijk.
En weet je wat? De overheid heeft gelijk als ze het zo formuleert! Dit geldt inderdaad voor “autonomen”, voor “ieder ander” en voor “iedere Nederlander”. Maar heb je opgemerkt hoe ik in de vorige hoofdstukken telkens het woord “mens” gebruikte? En zie je ook hoe de overheid dat woord “mens” consequent vermijdt en vervangt door iets anders? Er staat niet voor niets: “autonomen” in plaats van “autonome ménsen”. En “net als ieder ander” in plaats van “net als alle ménsen”. En ten slotte: “iedere Nederlander” in plaats van “ieder méns in Nederland”.
Waarschijnlijk denk je, wanneer je dit voor de eerste keer leest: “Wat maakt dat nu uit?!” Maar je zult in het vervolg van dit boek gaan zien dat dit geen toeval is. Het woord “mens” wordt met een reden koste wat kost vermeden en dat heeft verstrekkende gevolgen.
De overheid doet dit overigens consequent in al haar communicatie. Wist je bijvoorbeeld dat ook in de wetboeken het woordje “mens” afwezig is? Het staat gewoon nergens.
Waarom staat het woord “mens” niet in de wetboeken?
Wat denk je? Omdat het echt waar is dat geen levend mens recht kan spreken over een ander levend mens. De wetboeken heten niet voor niets “Burgerlijke Wetboeken” en niet “Menselijke Wetboeken”. De wet gaat niet over de levende “mens”, ze ziet op “burgers”! En in het volgende hoofdstuk ga ik uitleggen wat precies het verschil is tussen beide.
HOOFDSTUK 4
Het verschil tussen een “mens” en een “burger”
Een mens leeft, een burger is dood. Korter kan ik het verschil niet verwoorden. Laten we beide begrippen eens nader onderzoeken.
De “mens”
Ieder levend mens wordt vrij geboren en voor ieder mens geldt dezelfde waarheid: de ene mens heeft niets over de ander te zeggen zonder diens uitdrukkelijke instemming. Ik dus niet over jou en jij niet over mij.
Ieder mens krijgt ook een naam, zijn zogenaamde “mensnaam”. Je kunt die terugvinden op je geboorteaangifte. Voor mij luidt deze: “Hendrik Herman”. Verder niks. “Hendrik Herman” is de enige door mijn ouders gegeven naam.
De “burger”
Vlak na zijn geboorte krijgt ieder mens nóg een naam en ook een nummer: je zogenaamde “burgernaam” en je “burgerservicenummer”. Je krijgt die van de overheid*. Je “burgernaam” is je zogenaamde “achternaam”, waarvoor de overheid de familienaam gebruikt.
Deze achternaam is een bedenksel* van de overheid waarmee een akte wordt opgemaakt; met die akte wordt jouw burgerschap een feit (waarover in het volgende hoofdstuk meer). Een burger is dus géén levend mens; het is een bedenksel, een dode fictie. Maar als je erin gelooft, één met verstrekkende gevolgen.
Ruwweg twee eeuwen geleden, toen de situatie die ik hier schets in gang werd gezet door Napoleon, moest ieder levend mens zich laten registreren op achternaam (niet op zijn mensnaam dus). Met deze registratie werd de mens “burger” en moest hij voortaan officieel zijn achternaam gebruiken.
* Vroeger had men geen achternaam. Ik zou in die tijd gewoon Henk heten (mijn roepnaam). Dat was het. Als er in het dorp onduidelijkheid was over welke Henk ik precies was en mijn vader heette bijvoorbeeld Frans, dan werd er gezegd: “Het is Henk, Frans zijn zoon.” In de loop van de tijd werd dit uitgesproken als: “Frans zijn zoon”, verbasterd tot “Franszoon”, “Franszen” of “Fransen”.
Op die manier ontstonden er familienamen (let op: geen achternamen, maar familienamen). Ik zou dan “Henk van de familie Fransen” heten. Wanneer mijn vader edelman was, baron, hertog of koning, dan werd er vaak gesproken van “van het huis” van. Ik zou dan heten: “Henk van het huis (van) Fransen”.
Onder Napoleon werd ieder mens verplicht om zich als burger te registreren. Dat moest onder de naam van je familie en dit werd vanaf dat moment de “achternaam”. Je familienaam werd dus tot achternaam gemaakt. “Henk van de familie Fransen” werd toen “Henk Fransen”. En wat gebeurde er met mensen die geen familienaam hadden? Die moesten van Napoleon gewoon een naam verzinnen. Zo ontstonden er familienamen op grond van het beroep van de vader, bijvoorbeeld “Bakker” of “Molenaar”. Ook werd je soms vernoemd naar de plek waar je woonde, bijvoorbeeld ten zuiden van de dam: “Zuiddam” of “Zuidam”. Maar mensen mochten ook gewoon iets bedenken.
Napoleon wilde mensen met hun achternaam onder zijn wetten en regels krijgen, zijn zogenaamde “Code Civil”. Je kunt deze Code Civil vergelijken met (het begin van) het Burgerlijk Wetboek.
Op Wikipedia staat: “Napoleon stelde daarom de Code Civil (Burgerlijk Wetboek) in en verplichtte zo iedere Nederlander officieel een familienaam te bevestigen of aan te nemen. Sommige tegenstanders van Napoleon of mensen die het allemaal niet zo serieus namen, bedachten achternamen als Boterkop, Armoedzaaier en Naaktgeboren.”
Zo zijn de achternamen dus ooit ontstaan: als een bedenksel van de overheid om jou tot burger te maken en jou daarmee onder haar wetten en regels te plaatsen. In diezelfde tijd werd ook de registratie op achternaam direct na de geboorte ingevoerd (= de verplichte geboorteaangifte).
Op een andere manier verwoord:
Jouw enige echte “naam” is je geboortenaam. Dit is jouw mensnaam, en dat is géén voornaam, zoals je is verteld; het is je naam, niet meer en niet minder. De overheid heeft van jouw naam een “voornaam” gemaakt en hier een achternaam aan vastgeplakt. Vervolgens is jou en je (voor)ouders (al eeuwenlang) vanaf je geboorte non-stop voorgehouden dat je in werkelijkheid die achternaam bent. Je achternaam, zo heb je altijd gehoord, is je echte naam; die moet je op alle officiële documenten zetten, die moet je tegen de politie vertellen wanneer die daarom vraagt, die staat ook op alle officiële post die je van de overheid krijgt, op je paspoort, enz. Je mocht er later zelfs nog een mooie handtekening bij verzinnen. Maar hoe vaak deze naam ook is gebruikt om “jou” aan te duiden, het is niet jouw echte naam en je “bent’ het al zeker niet. Het is jouw zogenaamde “burgernaam”. En het gebruik ervan heeft verregaande consequenties.
Mijn situatie
Míjn burgernaam is “Fransen”. Van overheidswege wordt deze soms geschreven in combinatie met mijn (voor)naam voluit, maar meestal met alleen mijn voorletters, dus als “Hendrik Herman Fransen”, maar meestal als “H.H. Fransen” of “H. Fransen” - als het maar iets met “Fransen” is. Dat is het belangrijkste. “Hendrik Herman” alleen is beslist niet goed.
De overheid noemt mij vanaf mijn geboorteaangifte een “burger”; voor de wet heet dat “natuurlijk persoon” (de rechtsterm “persoon” is afgeleid van “persona”, wat masker betekent). De overheid heeft dus een masker voor mij gemaakt, een burger, en het is de bedoeling dat ik dat masker aanneem, opzet en zo de burger tot leven breng.
Wat gebeurt er als je alleen je mensnaam gebruikt?
Als je alleen je mensnaam (je “voornaam”) gebruikt, zeg je: “Ik ben mens en geen ander mens, noch een overheid, noch een wet heeft iets over mij te zeggen, tenzij ik daar bewust en in alle vrijheid voor kies.”
En wat als je “jouw” achternaam gebruikt?
Op het moment dat je je achternaam gebruikt (de familienaam, al dan niet met je voornaam erbij), zeg je in feite: “Ik ben het bedenksel van de overheid, een burger, en daarmee val ik onder alle wetboeken, oftewel: onder alle regels die de overheid voor mij heeft bedacht.”
Het bedrog
Omdat je over je burgernaam niet goed bent geïnformeerd en omdat de overheid jou je hele leven voorhoudt dat je je “achternaam” bent (en niet je enige echte mensnaam die op je geboorteaangifte staat), én omdat iedereen om je heen ook heeft geleerd dat die achternaam (van) jou is, weet je niet beter! En dus zet je op alle officiële documenten en op alle contracten die je tekent netjes die achternaam, met ook nog die mooie handtekening die je hier zelf bij hebt mogen verzinnen. En zo “val” je zoals gezegd uit je menszijn in het burgerschap. En omdat het juridische bedenksel “de burger” onder het Burgerlijk Wetboek valt, “vallen” jij en alle officiële documenten en contracten die je ondertekent met die achternaam onder alle wet- en regelgeving van de overheid. Daarmee zul je je dus aan al die regels moeten houden.
Er zijn inmiddels meer dan zestig miljoen wetten, regels, verordeningen en voorwaarden waar een burger zich aan moet houden, en die regels worden net zo makkelijk veranderd wanneer dat de overheid zo uitkomt (de afgelopen jaren vaker dan ooit tevoren).
Samenvattend: de overheid heeft over jou als burger (je achternaam) heel veel te zeggen en over jou als levende mens (alleen je voornaam) niets (tenzij jij er volledig geïnformeerd en in alle vrijheid voor kiest om bewust in te stemmen met een bepaald voorstel van de overheid).
Hieronder kun je lezen hoe belangrijk jouw voornaam is.
Willem-Alexander
Heb je er ooit bij stilgestaan waarom wij de koning bij zijn voornaam noemen, terwijl we doorgaans leren dat je mensen van stand en mensen die gezag hebben, juist beleefd met hun achternaam moeten aanspreken? Vanwaar dan “Willem-Alexander”? Is dat niet heel vreemd?
Dit is omdat het vorstenhuis, dat het spel met de “burger” kent, heeft gekozen om Willem-Alexander vanaf zijn geboorte búíten dat spel te houden! Hij is dus géén “burger” geworden (zoals jij en ik); hij is mens gebleven. Daarom spreken wij hem dus aan met zijn levende-mensnaam, de eerste naam die op zijn geboorteaangifte staat: Willem-Alexander.
Wanneer de bloedlijn van een lid van het Koninklijk Huis ter sprake komt, spreken we hoogstens van “van de familie”, “van het Huis” of we voegen er een titel tussen. Zo wordt de scheiding tussen de mensnaam en die van de familie duidelijk aangegeven. We zeggen dus bijvoorbeeld: “Willem-Alexander van het Huis (van) Oranje-Nassau”, of “Catharina-Amalia, Prinses van Oranje-Nassau”. Maar nooit direct “Willem-Alexander (of Amalia) Oranje-Nassau”, want dan zou de koning of de kroonprinses plotseling “burger” zijn en dat zíjn zij niet. En dat zijn jij en ik in wezen dus ook niet! (Denk nog even terug aan die drie wiegjes. J)
Om die reden staat dus op de voorkant van dit boek mijn roepnaam, “Henk”, met de toevoeging “van de familie” (vdf) en dan “Fransen”: “Henk vdf Fransen”. Niet omdat ik koning ben, maar omdat ik, net als de koning, een levend mens ben.
Veel mensen denken trouwens dat Willem-Alexander geen belasting hoeft te betalen omdat hij koning is, maar dat is niet de echte reden. Hij, en met hem ieder ander levend mens, hoeft gewoon geen belasting te betalen omdat het geld dat een levend mens verdient, vanzelfsprekend van hem is en van niemand anders. Alleen burgers vallen onder alle wet- en regelgeving van de overheid en kunnen worden gedwongen om hun geld en bezittingen af te staan.
HOOFDSTUK 5
Hoe dood is een burger?
Zoals we hebben gezien, ben jij dus vanaf je geboorte geprogrammeerd om te geloven dat jij als levend mens een “burger” bent, ook wel “natuurlijk persoon” genoemd. En zolang jij dat gelooft, ben je - zonder dat je dat door hebt! - onvrij en manipuleerbaar. Wil je dat?
Omdat ik me kan voorstellen dat dit klinkt als een ver-van-mijn-bed-show, terwijl het dat dus niet is, vlieg ik hieronder het “burgerschap” nog een keer vanaf een andere kant aan.
Een bedrijf
Jij en ik zijn mensen met een kloppend hart en warm stromend bloed vol liefde: wij léven. Een burger, echter, is een dood ding, een papiertje. Je kunt een burger op een bepaalde manier vergelijken met een bedrijf. Daarom eerst iets over dat laatste.
Een bedrijf, bijvoorbeeld een Besloten Vennootschap (BV), wordt opgericht doordat er bij de notaris een akte wordt ondertekend. Het is een zogenaamde rechtsvorm, vastgelegd op een juridisch “papiertje”, dat je mee naar huis neemt en in je administratie stopt. Het is dus een dood ding. Zou jij bijvoorbeeld niets met het bedrijf doen en het papiertje gewoon in de kast laten liggen, dan komt je bedrijf daar heus niet op een gegeven moment uit springen met de kreet: “Hey, hier ben ik! Doe je nog wat met mij?” Nee, een bedrijf is dood en alleen jij, als levende mens, kunt het leven inblazen.
Wanneer jij een bedrijf opricht, leest de notaris jou uitgebreid de akte van oprichting voor, waarbij hij ook nog uit zichzelf vertelt wat de belangrijkste artikelen precies inhouden, in welke rechtsvorm je daarmee terechtkomt en wat de juridische consequenties daarvan zijn. Wanneer jij dat allemaal goed begrijpt, kun je er in alle vrijheid voor kiezen om de akte wel of niet te ondertekenen. Je doet dit dan welbewust en goed geïnformeerd. En nadat je hebt getekend, ben jij vanzelfsprekend verantwoordelijk voor je bedrijf en moet je je aan de regels houden die hiervoor gelden.
De burger
Net als een bedrijf is een burger ook “opgericht” door middel van een akte (die wordt opgemaakt op basis van de geboorteaangifte). Ook een burger is dus, net als dat bedrijf, niet meer dan een entiteit op een papiertje, een rechtsvorm en dus: dood.
Maar, en dat is belangrijk: bij de “oprichting” van jou als burger leest degene die de akte heeft opgemaakt (hier: de ambtenaar van de burgerlijke stand) jouw ouders níét eerst uitgebreid voor wat jouw burgerschap precies inhoudt, in welke rechtsvorm je ermee terechtkomt en wat de verregaande juridische consequenties daarvan zijn! En ze krijgen ook niet de keuze om daar wel of niet voor te tekenen. Nee, je ouders (en daarmee indirect jijzelf) worden níét geïnformeerd en de oprichting vindt plaats zónder hun of jouw instemming! Je krijgt gewoon een burgernaam en een burgerservicenummer opgedrongen en je wordt vervolgens je leven lang gehypnotiseerd om te geloven dat jij die naam en dat nummer bént. Maar ondanks die verregaande hypnose blijft de waarheid dat je die burger níét bent.
Samenvattend: vlak na jouw geboorte heeft de overheid een burger van jou gemaakt zónder jouw ouders en daarmee indirect ook jou in te lichten over de verstrekkende consequenties die dat burgerschap heeft, en zónder de keuze te geven om hier al dan niet mee in te stemmen.
Nietig voor de wet
Jouw burgerschap is tot stand gekomen op basis van dwang (jouw verplichte geboorteaangifte), misbruik van je échte naam (die zonder instemming werd gekoppeld aan het bedenksel “achternaam”), misleiding (geen duidelijke uitleg over de verregaande consequenties van het burgerschap), bedrog (oprichting van jouw burgerschap zonder geïnformeerde en bewuste instemming), levenslange hypnose en nogmaals bedrog (de werkelijk reden van jouw burgerschap, namelijk het verpanden van al je bezit en toekomstig vermogen aan de banken, wordt je niet meegedeeld; hierover in het volgende hoofdstuk meer).
Al deze zaken (dwang, misbruik, misleiding, hypnose en bedrog) zijn strafbaar voor de wet. De overheid begaat daarmee dus mis-daden. Ze zijn bovendien ook nietig voor de wet - wanneer jij ze tenminste afwijst.
“Nietig” betekent in juridische zin: niet bestaand. Daarmee komt je hele burgerschap dus voor de wet te vervallen op het moment dat jij het bedrog ervan doorziet én dit afwijst.
Dat laatste is echter niet heel eenvoudig; je zit op dit moment veel meer verstrikt dan je je waarschijnlijk realiseert. Omdat je je achternaam gedurende je leven duizenden keren in allerlei situaties hebt gebruikt en je ook op talloze brieven van de overheid hebt gereageerd die gericht waren aan je achternaam, aan “de burger” dus, ben je, zonder dat je je daar bewust van was, terechtgekomen in een steeds groter en ondoorzichtig web van contracten en verbintenissen met de overheid. Deze situatie doorzien en in één keer afwijzen met: “Ik ben mens en geen burger” kan helaas niet.
Er is geen enkele korte “toverformule” die je “simsalabim” uit dat web van verbindingen bevrijdt. Daarom geef ik in het hoofdstuk: “Het hele verhaal tenietdoen” een voorbeeld van hoe zo’n afwijzing er wel uit zou kunnen zien. Deze formulering is een stuk langer en is gebaseerd op de kennis van “Vrije kees”* van de precieze manier waarop al die verbindingen met de overheid zijn ontstaan.
* Vrije kees (autonomen schrijven hun mensnaam vaak met een kleine letter) heeft het tot zijn levensmissie gemaakt om tot in detail te onderzoeken hoever de misleiding precies reikt en om zichzelf en anderen hier vervolgens van te bevrijden. (Zie voor meer informatie het hoofdstuk: “Meer weten?”).
In het volgende hoofdstuk zullen we zien waarom de overheid dit op zo’n listige, verhulde en voor de wet in wezen nietige manier heeft opgezet.
HOOFDSTUK 6
Waarom de overheid mensen tot slaaf maakt
Wat is een slaaf?
Definitie van een slaaf: “iemand die wordt behandeld als een bezit en ondergeschikt is aan een ander door gevangenneming, aankoop of geboorte” (bron: Ensie).
Je zult je verbazen hoe passend deze definitie is voor de situatie waarin jij, ik en eigenlijk iedereen in dit leven terecht is gekomen.
Om te begrijpen waarom de overheid mensen tot slaaf maakt, is het belangrijk om te weten hoe groot de nood van de overheid aan geld is.
Overheden hebben voor 300.000.000.000.000 dollar schuld bij de banken
Net zoals jij geld kunt lenen bij de bank, doen overheden dat ook. Door wanbestuur, echter, en met name door oorlogen en door alle verschuldigde rente, zijn de schulden van overheden in de loop van de tijd enorm uit de hand gelopen. Om je een indruk te geven: op dit moment hebben overheden wereldwijd voor driehonderdduizend miljard dollar schuld bij de banken. Dat is een 3 met maar liefst 14 nullen! (In euro’s is dat op dit moment ruim 275.000.000.000.000.)
Omdat de schulden steeds groter werden, moesten overheden ook steeds meer onderpand aan de banken geven
Om te kunnen blijven lenen, moesten de overheden de banken steeds meer onderpand geven. Eerst eisten de banken het bezit van alle inwoners van een land als onderpand (dus inclusief hun huizen en hun auto’s bijvoorbeeld!), later echter ook nog hun totale vermogen tot arbeid. Je kunt het misschien nauwelijks geloven, maar het is echt waar: Macht en Bankier eisten als onderpand alles wat alle mensen in het hele land bezaten, en ook nog eens alles wat zij gedurende hun hele leven bij elkaar opgeteld zouden kunnen verdienen!
Overheden konden natuurlijk nooit aan die (idiote) eis van de banken voldoen. Niemand kan noch mag immers het bezit en de energie van een levend mens zomaar weggeven, en geen enkel mens zou hier vrijwillig aan meewerken.
Om overheden toch de mogelijkheid te geven om steeds meer geld te lenen, bedachten de topjuristen en advocaten van de banken toen een “juridische constructie”. Deze constructie zou overheden de mogelijkheid bieden om op een “legale” manier toch alle bezit en alle vermogen tot arbeid van hun inwoners als onderpand aan de banken te kunnen geven, zonder - en dat is belangrijk! - zónder de expliciete toestemming van die inwoners.
En dat niet alleen, deze constructie zou er ook meteen voor zorgen dat ieder mens, zonder dat hij het in de gaten zou hebben, tot burger zou worden gemaakt, een nummer zou krijgen, en daarmee gebonden zou worden om alles te doen wat de overheid van hem zou willen.
Dit plan van de banken is uitgevoerd!
Bijna alle overheden zijn op dit plan van de banken ingegaan; het is in de loop van meer dan een eeuw in fases uitgerold. Op dit moment is het verankerd in de wetsystemen van vrijwel alle landen ter wereld, verzekerd in de protocollen van alle uitvoerende instanties en geprogrammeerd in de mindset van vrijwel alle opvoeders.
Hoe de constructie in elkaar zit, heb ik in Jip-en-Janneketaal al beschreven: van ieder levend mens wordt een burger gemaakt, die onder de overheid valt. Maar het is belangrijk om te beseffen dat de werkelijkheid nog veel complexer en listiger is dan ik heb verteld. Een van de beste boeken die laat zien hóé complex en listig, is “Hintergrundwissen” van Hans Xaver Meier. Een downloadlink naar de Nederlandse vertaling van dit boek vind je in het hoofdstuk: “Meer weten?”).
Mocht je meer willen weten over de manier waarop het burgerschap stap voor stap is uitgerold en wat de werkelijke bedoeling ervan precies is, dan is de online cursus “Niets is wat het lijkt” van Karen Hamaker een goed vertrekpunt. (Zie voor meer informatie het hoofdstuk: “Meer weten?”).
“Je hebt alleen macht nodig als je iets schadelijks
wilt doen, anders is liefde genoeg.”
- Charlie Chaplin
Het terugbetalen van de staatsschuld
De overheden moesten de gigantische schulden die ze waren aangegaan (en die nog steeds almaar verder oplopen), natuurlijk wel terugbetalen, maar ze kregen (en krijgen) daarin best veel ruimte van de banken. Tenminste, als ze in ieder geval maar de rente over deze schulden betalen. En om dat inderdaad te blijven kunnen, gingen overheden steeds meer belasting vragen van hun inwoners.
Wist je dat er een tijd was, nog niet zo lang geleden, dat er helemaal geen belasting bestond? Nu, anno 2023, betalen we 30 tot 50% van ons inkomen aan belasting en in het vervolg van dit boek zul je zien dat dit in werkelijkheid nog veel meer is (zie het hoofdstuk: “Betalen wij echt 90% belasting?”).
HOOFDSTUK 7
Weten de mensen bij de overheid waaraan ze meewerken?
Ik schrijf in dit boek telkens “de overheid doet zus” en “de overheid doet zo”. Maar de overheid is een abstracte entiteit, een rechtsvorm, en voor de overheid geldt net als voor de burger dat ze in wezen dood is. Ook de overheid kan alleen schijnbaar tot leven komen, en dat gebeurt wanneer de mensen die bij de overheid werken, haar leven inblazen. En dan is natuurlijk de voor de hand liggende vraag: weten de mensen bij de overheid waaraan ze meewerken? Ja en nee.
De overgrote meerderheid is niet op de hoogte
Ik neem aan dat de meeste leden van het Koninklijk Huis (en de Koninklijke familie), alle leden van de Raad van State, een behoorlijk aantal topambtenaren bij de ministeries, hogere rechters, topfunctionarissen bij het leger en de politie, topbestuurders van banken en multinationals, de minister-president en een deel van de ministers weten hoe het spel van het “burgerschap” en de “natuurlijk persoon” dat ik in de vorige hoofdstukken heb beschreven, in elkaar zit. Maar de meeste anderen, de overgrote meerderheid dus, weet het niet. De ambtenaar die bijvoorbeeld vlak na jouw geboorte jouw burgernaam heeft opgemaakt, weet dus hoogstwaarschijnlijk net als jij (tot voor kort) niets van het plan dat ooit door de banken in elkaar is gezet. De ambtenaar die jou je belastingaangifte stuurt, of ervoor zorgt dat ‘het systeem’ dat automatisch kan blijven doen, weet er waarschijnlijk ook niets van. Degene bij het CJIB die jou een boete stuurt ook niet. De politieagent die jou vraagt je (als burger) te identificeren evenmin. Enzovoorts.
De meeste mensen die voor de overheid werken, weten dus van niets en hebben hoogstwaarschijnlijk gewoon het idee dat ze goed werk verrichten voor de samenleving.
HOOFDSTUK 8
Hoe diep gaat de hypnose?
Vanaf jouw geboorte heeft de overheid jou zo effectief voorgehouden en ingeprent dat jij “burger” bent, dat er sprake is van hypnose. De herhaling van deze boodschap, gekoppeld aan de autoriteit van de overheid, is hier de ideale mix voor.
En aangezien iedereen om jou heen van jongs af aan hetzelfde is voorgehouden en ingeprent, en niemand in jouw omgeving dus een ander signaal uitzendt dan: “Wij zijn burgers”, is die hypnose collectief, en daarmee nog sterker.
Sta hier eens bij stil. Want het mechanisme is vergelijkbaar met het leren van je moedertaal. Wanneer jouw ouders en de mensen om je heen Nederlands spreken, neem jij dat vanzelfsprekend over. Wanneer het een andere taal was geweest, had je die overgenomen. Het gaat letterlijk vanzelf en komt in je cellen terecht.
Wanneer iedereen om je heen dus de “burgertaal” spreekt, zit die taal tot diep in je cellen geprogrammeerd.
Daar komt nog bij dat de “burgerschap”-constructie al een eeuw geleden is ingevoerd; de programmering strekt zich dus uit over generaties. Deze is bovendien heel mooi verpakt, bijvoorbeeld in “nationale trots” (je wordt “burger van de Staat der Nederlanden”), en dit burgerschap is vanaf de invoering ook nog eens met “schijnbare” privileges omhuld, zoals toegang tot zorg, onderwijs en stemrecht. En ik schrijf “schijnbare” omdat je als mens alláng recht had op dat soort zaken.
In trance
Kortom, vanwege al deze factoren is de hypnose inmiddels zo sterk dat de meeste mensen totaal in trance zijn en niet beter meer weten dan dat ze “burger” zíjn en dat dat iets is om blij mee te zijn. Sterker nog: de meeste mensen veroordelen andere mensen die het idee van burgerschap ter discussie stellen of die uit hun burgerschap (willen) stappen. Ze zullen in veel gevallen zelfs hun best doen om een familielid of vriend met dit soort afwijkende ideeën weer op het “juiste” pad te brengen. En op die manier wordt het systeem na alle decennia van hypnose vrijwel vanzelf, van binnenuit, in stand gehouden.
Op dit moment wordt ieder nieuw mensenkind dus in een diep hypnotisch veld geboren - en zie daar maar weer eens uit te komen. Dat is vrijwel onmogelijk. Ik schreef daar in een eerder artikel over:
Het “spel” van de “burger” en de “natuurlijk persoon” heeft een enorm momentum. Het is langzaam en zeer doordacht gedurende meer dan een eeuw tijd vormgegeven. Het heeft zijn tentakels in werkelijke alle uithoeken van onze maatschappij: opvoeding, onderwijs, politiek, leger, enz. en er zitten enorme geldbelangen achter.
Onze generatie is in dit spel opgegroeid en weet dus niet beter. Het zit vanaf onze geboorte in onze cellen geprogrammeerd, in die mate dat de meesten van ons er geen enkele notie van hebben en het als vanzelfsprekend aannemen. Velen zullen zelfs, zonder goed te begrijpen waarom, de neiging hebben om het systeem te verdedigen en iedereen scherp veroordelen die uit dat systeem wil stappen. Op die manier houden velen van ons dit systeem in meer of mindere mate onbewust mede in stand.
En dan wordt het systeem natuurlijk ook nog in stand gehouden door de honderdduizenden mensen die bij de overheid werken, zowel ambtenaren als politici, die het spel dagelijks op uiteenlopende manieren leven blijven inblazen. De meesten van hen doen dat volledig onbewust. Zij voeren met de beste bedoelingen de listig opgestelde protocollen van het spel uit. Slechts de hoogste politici, de hoogste ambtenaren en de hoogste functionarissen bij de politie, bij het leger en bij justitie zijn waarschijnlijk echt op de hoogte van het spel. Zij houden dit bewust in stand en zij hebben zoveel in hun positie geïnvesteerd en daarbij zoveel invloed en macht vergaard, dat ze daar alles voor zullen doen, niet in de laatste plaats om de enorme consequenties die het voor hen zou hebben, wanneer het ontmaskerd zou worden. Zij zullen dan ook de media, waarop zij veel invloed hebben, inzetten om mensen verdacht te maken die het spel beginnen te doorzien en deze weg zetten als asociaal, extremist of complotdenker.
En ik herhaal hier dat de online cursus “Niets is wat het lijkt” van Karen Hamaker een goed inzicht geeft in hoe de hypnose van het burgerschap in de loop van meer dan een eeuw welbewust is vormgegeven. (Zie voor meer informatie het hoofdstuk: “Meer weten?”)
HOOFDSTUK 9
Wie heeft eigenlijk écht de macht?
Veel mensen denken dat in het hiervoor beschreven “spel” de overheid de macht heeft, maar dat klopt niet. De overheid heeft namelijk een gigantische schuld bij de banken en als je een grote schuld hebt bij een bank, dan hang je. Het zijn dus de banken die de macht hebben, en dan bedoel ik de paar grootste bankiers die er wereldwijd zijn. In de proloog schreef ik hierover al:
Door het vele Geld dat Macht en Bankier inmiddels hadden vergaard, kochten zij alle grote bedrijven op en noemden die Multinational. Vervolgens creëerden ze Belastingparadijs. Zo’n Paradijs was alleen voor Multinational, die in dat Paradijs bijna geen Belasting hoefde te betalen.
De winst verdween natuurlijk weer in de zakken van Macht en Bankier. Mens moest uiteraard wel Belasting blijven betalen, sterker nog, een beetje extra, want anders klopte de balans niet meer, dat begreep Mens toch wel? Of niet? Ja, Mens begreep het, maar niet meer helemaal…
“Dansen naar de pijpen van het grote geld”
De wereld is dus in handen van de banken en van de multinationals (die ook grotendeels in handen zijn van de banken). Deze hele kleine “elitegroep”, de 0,0001% allerrijksten van de wereld, bezit op dit moment meer dan de helft van al het geld en alle goederen op aarde.
De gigantische rijkdom van de allerrijksten is nauwelijks te bevatten. Tijdens de pandemie, bijvoorbeeld, verdienden de tien rijkste mannen 15.000 dollar per seconde of 1,3 miljard dollar per dag. Het feit dat deze mannen samen zes keer meer vermogen bezitten dan de armste 3,1 miljard mensen legt de huidige extreme ongelijkheid in de wereld bloot (bron: Serveas).
Om al het geld op te brengen, moet de rest van de mensheid dus rondrennen in de eindeloze ratrace, en erger nog: een deel hiervan heeft niet eens een dak boven zijn hoofd of zelfs maar te eten!
Wanneer ik dus over “de macht” schrijf, bedoel ik deze moeilijk aan te wijzen macht van “het grote geld”, die achter het politieke schouwspel de koers bepaalt. Omdat deze mensen alle macht hebben, zetten zij de regels naar hun hand en alle regels zullen dus vanzelfsprekend hún belangen dienen. Overheden zijn daarbij slechts “puppets” aan de touwtjes die zij in handen hebben, dansend naar de pijpen van “het grote geld”, hoe graag wij ook anders zouden willen geloven.
Autonome mensen zien duidelijk dat de overheid gestuurd wordt door de macht van het grote geld en dat ze niet de belangen van de mens dient.
Wat de overheid zou moeten doen
In plaats van onderling te ruziën over allerlei randzaken zou onze regering naar de banken moeten stappen en zeggen: “Jullie kunnen de pot op met jullie rente, de ménsen gaan daaraan kapot; wij doen geen zaken meer met jullie!”
Op die manier zou ze echt bállen tonen en zou ze ervoor gaan staan om het spel op aarde eindelijk totaal te veranderen; om de menselijkheid hierin weer terug te brengen (zie hoofdstuk: “De autonome samenleving”).
HOOFDSTUK 10
Waarom autonome mensen
geen belasting (willen) betalen
Hieronder laat ik aan de hand van de belastingaangifte zien hoe de overheid via “onze” burgernaam grip probeert te krijgen op jouw en mijn geld (en overigens ook op onze bezittingen, mochten we niet “gehoorzaam zijn”).
Wanneer je in loondienst bent of een uitkering ontvangt, heb je zelf meestal niet (direct) te maken met de belastingaangifte. Toch is het heel leerzaam om de informatie in dit hoofdstuk door te nemen en te zien hoe principes uit de voorgaande hoofdstukken in de praktijk ten uitvoer worden gebracht.
Mijn belastingaangifte
Ik werk als zelfstandig ondernemer en krijg dus tenminste eenmaal per jaar een brief van de Belastingdienst om “belastingaangifte” te doen. Heb je er ooit bij stilgestaan waarom de Belastingdienst het woord “aangifte” gebruikt? Dit woord heeft dezelfde oorsprong als “aangeven” of “geven aan”, en ook het woord “gift” zit erin. De Belastingdienst weet namelijk heel goed dat je rechtmatig niet van je medemens mag nemen (lees: stelen). Maar vragen staat natuurlijk wel vrij. En ontvangen ook. Om die reden is de brief “ondertekend” met “De ontvanger”.
Het feit dat dit soort brieven niet zijn ondertekend door een mens met een zogenaamde natte handtekening (terwijl in het Burgerlijke Wetboek wel staat dat dat zou moeten), laat zien dat de overheid weet dat zij zich op glad ijs begeeft met dit verzoek om een gift, dat namelijk gemakkelijk heel anders kan worden opgevat.
Zo welbewust wordt de fictie dat ik belasting moet betalen, dus in gang gezet via de protocollen van de Belastingdienst. Wat mij betreft is dit heel slinks, waarmee ik vooral doel op de intentie van de topjuristen die dit hebben bedacht en die de protocollen en brieven voor de Belastingdienst hebben opgesteld.
Ik trap er natuurlijk in
De brief van de Belastingdienst is niet gericht aan mij als levende mens, aan “Hendrik Herman” dus, maar aan “mij” als burger: “HH FRANSEN” (de Belastingdienst schrijft de burgernaam altijd in hoofdletters). Maar omdat ik vanaf mijn geboorte heb geleerd dat ik officieel niet “Hendrik Herman” heet (mijn mensnaam), maar “Fransen” (mijn burgernaam), denk ik natuurlijk dat de brief wél aan mij als mens is gericht.
En omdat mij bovendien altijd is ingeprent dat ik belasting móét betalen, kijk ik over de betekenis van het woord “aangifte” (gift = geven) heen. Ik trap er dus in en ga vanzelfsprekend in op het verzoek om aangifte te doen.
Daarmee ga ik voor de wet akkoord met het feit dat ik “burger” ben en zal ik me dus moeten houden aan alle wetten en regels met betrekking tot het betalen van belasting.
Zo breng ik dus de fictie van “belasting moeten betalen” onbewust en ongewild tot “leven”. En dat niet alleen, ik zou het volgens de wet door mijn gedrag ook automatisch eens zijn met deze misleidende gang van zaken. Ik kan je echter oprecht zeggen dat dat, nu ik weet heb van al deze zaken, beslist niet het geval is!
Dreigende taal
Maar o wee, wanneer ik het bedrog doorzie en het afwijs! Dan blijkt het “verzoek om een gift” plotseling om te slaan in “een verplichting tot betaling”. Ik ontvang achtereenvolgens: een herinnering, nog een herinnering, een aanmaning, steeds hogere boetes en steeds dwingender teksten, tot en met een dwangbevel in naam van de koning en dreiging van beslagleggingen en/of inbeslagnames!
Vind jij dit normaal?
De programmering vanaf onze geboorte blijkt zo effectief dat veel mensen de hierboven beschreven dwang en bedreigingen intussen normaal vinden. Sterker nog: ze zullen doorgaans zelfs “goedpraten” dat er zo tegen mij wordt opgetreden.
Ik kan je echter oprecht zeggen dat misleiding, dwang en dreiging niet kloppen in míjn hart. Ze zijn in mijn ogen nooit gerechtvaardigd, en al zeker niet om iets van iemand af te pakken wat hij met inzet van zijn eigen levensenergie heeft gecreëerd of verdiend.
Overigens zijn deze handelwijzen ook niet kloppend volgens de wetten die de overheid zelf zegt voor te staan. De essentie van die wetten is namelijk dat je niet mag misleiden en niet mag dwingen, laat staan geweld gebruiken of stelen. In dit licht bezien is de meest bizarre maatregel die door de overheid uit de kast wordt gehaald om mij te dwingen mij aan de fictie te conformeren het “dwangbevel in naam van de koning”. Hoe is het mogelijk dat nota bene de koning zich inlaat met dwangbevelen, terwijl dwang volgens de wetten die hij zelf heeft bekrachtigd, verboden en dus strafbaar is?
Toch mag de Belastingdienst dit allemaal doen volgens de wet
Door gebruik (of is het misbruik?) te maken van bepaalde aspecten van de wet mag de Belastingdienst doen wat ze op dit moment doet. De hierboven beschreven gang van zaken zou “legaal” zijn. Hoe zit dat dan?
Welnu, je blijkt voor de wet niet altijd een ondertekend contract nodig te hebben om toch met elkaar “in contract” of “in verbintenis” te zijn.
Wanneer ik jou bijvoorbeeld iets voorstel en jij geeft mij door je gedrag de indruk(!) dat je daarin meegaat, dan mag ik voor de wet aannemen dat jij het met mijn voorstel eens bent. Daarmee hebben wij dan voor de wet een verbintenis. En met die verbintenis zijn dan weer allerlei verplichtingen gemoeid.
Wanneer we deze gedachtegang betrekken op de belastingaangifte, krijg je dus de volgende situatie: de Belastingdienst schrijft jou aan met je burgernaam. Omdat jij niet beter weet, reageer jij daarop: je vult je aangifte in (of je maakt bezwaar, dat kan ook). Daarmee mag de Belastingdienst voor de wet aannemen dat jij instemt met je burger-zijn en dat je daarmee aangeeft dat je je vrijwillig onderwerpt* aan alle wet- en regelgeving met betrekking tot het betalen van belasting.
* Overigens neemt de Belastingdienst jouw burgerschap al aan vanaf jouw geboorte; aangezien jouw ouders het burgerservicenummer dat jij toen kreeg, niet namens jou hebben afgewezen, “mogen” ze dat ook doen. Alle keren dat jij in je leven vervolgens je achternaam en/of burgerservicenummer hebt gebruikt, geven er ook blijk van dat jij instemt met je burgerschap en belasting wilt betalen; althans, zo mag de Belastingdienst daar voor de wet naar kijken.
Even terug naar mijn aangifte
In vervolg op mijn aangifte, krijg ik enige tijd later een aanslag (wat een woord!) met een door de Belastingdienst vastgesteld bedrag om te betalen. Wanneer ik die inderdaad betaal, stem ik voor de wet wederom in en mag de Belastingdienst ervan uitgaan dat ik haar aanslag een goed idee vond en het hiermee eens ben. Ook als ik bezwaar zou maken tegen de hoogte van de aanslag, mag de Belastingdienst voor de wet nog steeds aannemen dat ik de aanslag op zich accepteer. Immers, ik ga erop in. En bovendien is mijn bezwaar tegen het bedrag niet de áfwijzing die voor de wet nodig zou zijn om de Belastingdienst te stoppen.
Maar zelfs wanneer ik de betaling van het vastgestelde bedrag afwijs, is het verhaal nog niet klaar. De Belastingdienst mag namelijk “legaal” gezien, zélfs dan nog, (meer) druk uitoefenen. En wanneer ik uiteindelijk zou zwichten, bijvoorbeeld bij het dwangbevel in naam van de koning of de dreiging van beslaglegging door een deurwaarder, mag de Belastingdienst voor de wet aannemen dat ik het uiteindelijk met haar eens was en heb ingestemd.
Terzijde schuiven
Bij al deze zogenaamde “legale” acties worden de misleiding en het bedrog die aan de basis liggen van de creatie van de burgernaam, voor het gemak terzijde geschoven, wordt de programmering vanaf geboorte buiten beschouwing gelaten, en worden de dwang en de dreiging van zowel de deurwaarder als “in naam van de koning” genormaliseerd. Daarom zet ik “legaal” tussen aanhalingstekens en zou ik er het liefst nog een paar vraagtekens én een uitroepteken bij plaatsen. Maar of ik dat nu doe of niet: dit is op dit moment hoe het werkt, zo heb ik de afgelopen maanden pijnlijk moeten constateren. In zo’n wereld leven wij, bewust of onbewust.
Mijn statement
Waar nodig draag ik graag financieel bij aan de samenleving (zie ook het hoofdstuk: “De autonome samenleving”), maar het moge duidelijk zijn dat ik als mens beslist niet wens mee te werken met de gang van zaken die ik net heb beschreven. Ik accepteer niet dat de wetten die de Schepper in mijn hart heeft geschreven, worden geschonden op deze grove manier.
HOOFDSTUK 11
‘Maar belasting betalen is toch goed?’
In het vorige hoofdstuk heb ik uitgelegd dat belasting in feite een gift is, die je dus vrijwillig kunt doen - of niet. (De Belastingdienst heeft overigens niet voor niets de ANBI-status, net als tal van andere ‘goede doelen’, wist je dat?) Veel mensen zullen misschien geneigd zijn te zeggen: “Nou, ik doe die gift, want belasting betalen is toch goed? Daarmee dragen we samen toch de kosten voor tal van nuttige collectieve voorzieningen?” En ja, dat is iets wat ons heel vaak is voorgehouden door de macht en de meeste mensen zijn er dan ook heilig van overtuigd geraakt. Maar is het ook echt zo? Ik schreef in de Proloog:
… Het leek Macht en Bankier niet te deren. Rente bracht veel geld op, maar niet genoeg. Daarom bedachten ze nog iets om Mens Geld af te pakken: Belasting. Dat was geen leuk woord en daarom werd het mooi verpakt. Belasting, zo vertelden Macht en Bankier, was speciaal voor Mens. Van Belasting werden alleen maar mooie dingen voor Mens gekocht. Op die manier kon Mens voor Mens zorgen. Daarom mocht Mens best trots zijn op Belasting!
De eerste tijd deden Macht en Bankier precies was ze hadden beloofd; nou ja, bijna precies. Van Belasting kochten ze dingen van Algemeen Nut en ze hielden een klein deel voor zichzelf. Wel steeds iets meer overigens. Dat moest ook wel, omdat het echt veel werk was om Algemeen Nut goed te regelen. Raar eigenlijk, want Mens had Algemeen Nut voorheen prima zelf geregeld.
En later: … Macht pakte Mens inmiddels bijna een derde van Inkomen af en hield een groot deel daarvan voor zichzelf. Alles bij elkaar was het echt een doorslaand succes (voor Macht en Bankier).
Belasting is van oorsprong nooit bedoeld geweest om de mens te dienen. Het is door de macht bedacht om zichzelf te verrijken en oorlogen te voeren. Het klopt ook, zoals in de Proloog gesteld, dat de macht steeds iets meer belasting is gaan innen en steeds meer daarvan voor zichzelf is gaan houden.
Steeds iets meer belasting
Nog niet zo lang geleden in de geschiedenis van de mensheid bestond er helemaal geen belasting. En op dit moment dragen wij niet 30 tot 50% van ons inkomen aan belasting af, zoals de meeste mensen denken, nee, de macht pakt ons inmiddels zo’n 90% van ons verdiende geld af!
Omdat de macht deze 90% handig heeft versnipperd en verdeeld, en een deel zelfs bijna onzichtbaar heeft gemaakt, hebben de meeste mensen echter helemaal niet door dat ze zoveel belasting betalen en hebben ze ook geen idee waar al dat geld precies blijft of naartoe gaat.
Is dit welvaart?
Om je een indruk te geven: wij betalen momenteel verplicht belasting over het geld dat we verdienen, we betalen belasting over het geld dat we uitgeven aan allerlei diensten en we betalen belasting over alles wat we kopen. Dan betalen we nog een keer belasting over dingen die we bezitten, waarover we al belasting betaald hébben met geld dat dus al vele malen belast wás. Om nog maar niet te spreken over de erfbelasting.
Autonome mensen vinden dat dit niet klopt. En ze hebben gelukkig ook ideeën over manieren waarop dit beter kan worden geregeld (zie het hoofdstuk: “De autonome samenleving”).
HOOFDSTUK 12
Betalen wij echt 90% belasting?
Het einde van het vorige hoofdstuk was alvast een aanzet om je te laten nadenken over onze “welvaart” en over de hoeveelheid belasting die we in werkelijkheid betalen. Dit hoofdstuk zoomt daar verder op in, waardoor je in andere bewoordingen en uitgebreider enkele van dezelfde ideeën langs ziet komen. Dat is met opzet. De werkelijkheid is namelijk zo anders dan datgene wat we doorgaans denken over belasting betalen dat enkele herhalingen niet overbodig zijn.
De meeste mensen denken dat wij hier in Nederland, afhankelijk van ons inkomen, “maar” zo’n 30 tot 50% belasting betalen. Dit betreft echter enkel de inkomensbelasting. Wanneer we alle belastingen (omzetbelasting, inkomens- en vermogensbelasting, gemeentelijke belastingen, wegen-belasting, accijnzen en doorberekende belastingen in producten en diensten) bij elkaar optellen, komen we al aan zo’n 70%.
Maar er is dus nog meer. Wanneer we een auto of huis kopen, bijvoorbeeld, moeten we over dat bezit jaarlijks opnieuw belasting betalen, ook al hebben we het gekocht met reeds belast geld. En na onze dood wordt er nog een flinke hap genomen uit wat we uiteindelijk overhouden: de erfbelasting.
En het wordt nog gekker wanneer je bedenkt dat het geld waarmee we belasting betalen, al vele keren eerder is belast! Ánderen, die jou betalen, hebben over dat geld immers ook al belasting betaald. Wanneer je daar verder op inzoomt, zie je dat het geld dat jij verdient al vele keren eerder belast is!
En dit is nog steeds niet het héle verhaal. Heb je je wel eens afgevraagd waar al dat belastinggeld naartoe gaat? Een groot deel ervan is nodig om de rente over de staatsschuld te betalen (NB: de staatschuld zelf neemt hiermee dus niet af!). En die rente verdwijnt naar “boven”, naar de allerrijksten. “Beneden”, de lokale economie dus waarin jij en ik leven, wordt daardoor steeds armer. Wij moeten het met steeds minder geld doen, waarvan we steeds meer moeten opbrengen.
Dit alles maakt dat sommige deskundigen inschatten dat wij misschien nog wel meer dan de genoemde 90% van ons inkomen aan belasting betalen (zie voor meer informatie: “Wil je meer weten?” op blz. 52). Maar zoals ik al schreef: omdat die 90% zo is versnipperd en verdeeld, en vooral ook omdat een deel ervan zo “onzichtbaar” is gemaakt, heeft vrijwel niemand in de gaten hoeveel belasting hij in werkelijkheid betaalt.
Destructief systeem
Door het huidige rente- en belastingsysteem werken de meeste mensen tien keer(!) harder dan nodig zou zijn in een rentevrije samenleving (zie ook: “Wil je meer weten?” op blz. 52). We worden dus letterlijk uitgeknepen en het geld wordt afgeroomd naar “boven”, naar de allerrijksten. De mens gaat daaraan kapot! En dat geldt niet alleen voor de mens. Omdat er almaar meer geld nodig is, is onder de dekmantel van welvaart en economische groei ook de aarde uitgeput, worden de zogenaamde derdewereldlanden uitgebuit en zijn de ecosystemen van de aarde tot het uiterste belast. Dat is niet natuurlijk. Dat is mensvreemd; het is levensvreemd! Het zijn de overduidelijke kenmerken van een destructief systeem, dat onschuldige en onwetende mensen listig heeft bedrogen en verleid en dat tot op de dag van vandaag doet.
Eigenlijk álle beslissingen staan in het teken van het grote geld
Ik denk dat het belangrijk is om te doorzien dat de enorme “nood” aan geld (door het huidige rentesysteem) niet alleen leidt tot een gigantische belastingdruk voor de gewone mens, maar dat onderhand eigenlijk alles in de maatschappij hiervan in dienst is komen te staan (en ik schrijf expres aanhalingstekens, want het geld ís er dus wel, maar “daarboven”!).
Vrijwel alle belangrijke politieke beslissingen, tot en met oorlog voeren aan toe, worden genomen voor “het grote geld” en niet in jouw en mijn belang.
HOOFDSTUK 13
De autonome samenleving
Dat rente en de daarmee samenhangende belastingdruk vooral het grote geld dienen en niet de mens, hebben we nu al meermalen gezien. Beide zetten de mens onnodig onder druk. Ik schreef daarover al:
In de Proloog:
Rente was eigenlijk heel oneerlijk. Macht en Bankier werden er rijk door en Mens moest ervoor werken. Bovendien ging Geld door Rente naar “Boven”, naar Macht en Bankier, ver weg van Mens. Daardoor bleef er “Beneden” voor Mens steeds minder over, terwijl hij er steeds meer mee moest doen. Mens wist dat niet zo precies te verwoorden, maar hij voelde de druk wél. Het was heel onaangenaam.
En:
… Bankier kreeg met het Geldspel zonder iets te doen heel veel Geld in handen en Mens moest almaar harder werken om Rente en Belasting op te brengen. Macht pakte Mens inmiddels bijna een derde van Inkomen af en hield een groot deel daarvan voor zichzelf. Alles bij elkaar was het echt een doorslaand succes (voor Macht en Bankier).
En elders in dit boek:
… Overheden wereldwijd hebben een schuld van driehonderd duizendmiljard dollar bij de banken en alle belastingen van alle mensen bij elkaar opgeteld zijn momenteel niet eens genoeg om de rénte over de staatschuld (niet de schuld zelf!) te betalen.
En:
… Door het huidige rente- en belastingsysteem werken de meeste mensen tien keer(!) harder dan nodig zou zijn in een rentevrije samenleving. Mensen worden dus letterlijk uitgeknepen en het geld wordt afgeroomd naar “boven”. Wij gaan daaraan kapot! En dat geldt niet alleen voor de mens. Omdat er almaar meer geld nodig is, is onder de dekmantel van welvaart en economische groei ook de aarde uitgeput, worden de zogenaamde derdewereldlanden uitgebuit en zijn de ecosystemen van de aarde tot het uiterste belast. Dat is niet natuurlijk. Dat is mensvreemd; het is levensvreemd! Het zijn de overduidelijke kenmerken van een destructief systeem, dat onschuldige en onwetende mensen listig heeft bedrogen en verleid.
Wist je overigens dat renteheffing, of het woekeren met geld, in veel religies als een zonde wordt gezien? In de bijbel staat bijvoorbeeld: “Wanneer je een volksgenoot iets leent, mag je hem vooraf noch achteraf rente vragen.” (Leviticus 25:35-37). En ook in de islam is geld verdienen met geld ‘haram’, dus zondig.
Dat is natuurlijk niet zomaar: rente heffen vernietigt uiteindelijk het leven op aarde. Precies om die reden hebben autonome mensen een rentevrije en daarmee grotendeels belastingvrije samenleving voor ogen.
Hoe zou een rentevrije samenleving eruitzien?
In het vorige hoofdstuk hebben we gezien dat de mens verdeeld, versnipperd en verhuld maar liefst 90% van zijn inkomen aan belasting betaalt. Door die belastingdruk moet de mens tien keer harder werken dan hij in een rentevrije samenleving zou hoeven.
In een rentevrije samenleving zou ieder mens - het is bijna niet voor te stellen - met twee dagen werken al vier keer zoveel verdienen als hij nu in een hele werkweek doet.
Laten we er eens van uitgaan dat iedereen in zo’n rentevrije samenleving twee dagen in de week zou werken. En dat iedereen dan dus vier keer zoveel zou verdienen als nu. Denk je dat de mens dan niet bereid zou zijn om vrijwillig een klein deel, bijvoorbeeld een kwart, van zijn inkomen af te dragen om met alle andere mensen de kosten te dragen voor zaken die in de regio noodzakelijk zijn om prettig met elkaar samen te leven? Ik denk van wel, of laat ik voor mezelf spreken: ik in ieder geval wel.
De mens zou in zo’n situatie immers nog steeds drie keer zoveel verdienen als nu, en het kwart dat hij aan zijn regio zou afdragen, zou vele malen effectiever worden besteed dan de 90% die hij nu betaalt! Waarom? Omdat dit geld niet als rente naar “boven” zou verdwijnen, maar “beneden” zou blijven, in de regio, en daar werkelijk ten dienste van de mensen zou staan.
Mensen zouden bovendien drie dagen per week extra vrij zijn. Met het weekend erbij dus maar liefst vijf dagen. Hun lichamen zouden in deze zee van vrije tijd kunnen herstellen van de ratrace waarin ze jarenlang gevangen hebben gezeten. Ze zouden weer de tijd hebben voor elkaar en voor de dingen die ze écht leuk vinden. Hun harten zouden daardoor meer opengaan; ze zouden weer contact voelen met hun hartsverlangens. Ik schreef daarover in de Proloog:
…En zijn verlangen werd nog versterkt doordat hij Medemens begon te zien. Het verlangen van Mens kreeg daardoor vele gezichten: verlangen naar Gelijkwaardigheid, naar Delen, naar Zorg voor elkaar en Aarde, naar Recht en nog vele andere zaken die in het Hart van Mens tot leven kwamen.
Overvloed onder handbereik
Mensen zouden in een rentevrije samenleving ook alle tijd hebben om hun talenten te ontwikkelen en te ontdekken hoe zij het liefste zouden willen bijdragen aan de samenleving. En dát dan gaan doen. Dit alles zou zoveel meer geluk en zingeving schenken dan nu het geval is!
Voel je hoe dichtbij overvloed voor alle mensen op aarde is? En het enige dat daarvoor nodig is, is het afschaffen van een rentesysteem dat vanaf het allereerste begin oneerlijk was. Het ergste dat er dan kan gebeuren, is dat de banken heel hard gaan tegensputteren. Maar wat is daar eigenlijk erg aan? We kunnen prima zonder hun geld! Indien nodig drukken we gewoon zelf papiertjes in onze regio om diensten en producten met elkaar te kunnen ruilen. En vanzelfsprekend mag over een eventuele lening die we geven, nooit meer enige rente worden berekend.
“Deskundigen”
Er zullen vast geleerde mensen zijn in het huidige systeem die beweren dat een rentevrije samenleving niet mogelijk is en dat mijn voorstelling van zaken niet klopt. Ik kan je echter zeggen dat het huidige systeem in mijn ogen ziek is en dat ik daarom weinig waarde hecht aan de “deskundigen” die in dat systeem zijn opgevoed en getraind.
Mijn uiteenzetting mag misschien niet tot in de kleinste details kloppen, maar in grote lijnen doet deze dat zeker wel. En zelfs als de door mij geschetste rentevrije samenleving maar voor een deel zo zou werken in de praktijk, is deze nog steeds veel beter, want veel menselijker, dan het huidige systeem.
Wil je meer weten?
Wil je meer weten over de manier waarop geld functioneert en over de consequenties van de enorme staatsschuld? En ben je benieuwd naar de manier waarop de bankiers hun regelmogelijkheden inzetten om steeds meer geld naar “boven” toe af te romen? Zie jij graag nog wat scherper voor je hoe een rentevrije samenleving eruit zou kunnen zien? Bekijk dan deze video van Anthony Migchels. Hij legt in relatief korte tijd en in makkelijk te begrijpen taal de essenties van het geldsysteem uit: https://www.cafeweltschmerz.nl/videos/wat-is-er-mis-met-het-financiele-systeem-vervolg-anthony-migchels-2/.
HOOFDSTUK 14
Hoe bevrijd je je uit de “gevangenis”?
Hieronder wil ik een symbolisch verhaal met je delen. Een verhaal dat misschien wel de situatie van ieder mens op aarde weergeeft. Een verhaal ook, dat de aandacht afleidt van rente, geld en belasting betalen en deze richt op datgene waar het in het leven van een autonoom mens werkelijk om gaat, namelijk liefde.
Het gevangenisverhaal
Er was eens een man die een levenslange gevangenisstraf kreeg voor een moord die hij niet had gepleegd. Ik zal je de details besparen, maar het was echt een afschuwelijke zaak. Na zijn veroordeling kwam deze man in de gevangenis terecht en daar werd het nog veel erger.
Ik weet niet of je het weet, maar in een gevangenis vormen de gevangenen met elkaar een soort mini-samenleving die veel lijkt op wat er in het “echte” leven gebeurt. Dat wil zeggen: iedereen neemt een plekje in en er ontstaat een soort hiërarchie van “belangrijke mensen” die macht uitoefenen over “minder belangrijke mensen”.
Wanneer je een zwaar misdrijf hebt gepleegd, word je in de gevangenis automatisch hoog in de hiërarchie geplaatst en sta je dus boven de “mindere criminelen”. Daarna moet je natuurlijk wel je plekje zien te behouden en daarbij geldt het recht van de sterkste.
De onterecht veroordeelde man kwam op basis van zijn zogenaamde misdrijf dus hoog in de hiërarchie terecht, maar hij kon dat natuurlijk op geen enkele manier waarmaken. Daardoor viel hij algauw “naar beneden”; hij werd het pispaaltje van iedereen. Dagelijks werd hij gehoond en vernederd.
Toen ik zijn verhaal hoorde, kreeg ik een brok in mijn keel en de tranen brandden achter mijn oogleden. Deze man had alle reden om zich slachtoffer te voelen en verbitterd te zijn - en dat was hij ook.
Totdat er tijdens een van zijn meest wanhopige nachten een lichtende gestalte naast hem verscheen die zei:
“Richt je op je hart.”
De man reageerde aanvankelijk verbolgen en opstandig. Hij dacht: wat is dit voor een belachelijk advies; snap je wel waar ik zit? Maar de lichtende aanwezigheid was zo bemoedigend en troostrijk dat iets in hem stil werd, en hij voelde diep in zijn hart. Daar ontdekte hij zijn verlangen om de liefde te leren kennen.
Die nacht besloot de man de gevangenismuren en het gedrag van zijn medegevangenen te aanvaarden. Hij besloot niet langer tegen zijn lot te vechten en zich voortaan te focussen op dat wat bínnen zijn mogelijkheden lag.
De volgende dagen richtte hij zich daadwerkelijk op de liefde in zijn hart en hij begon compassie te voelen voor zichzelf. En later ook meer en meer voor zijn medegevangenen. Steeds duidelijker begon hij te zien dat zij allen aan het overleven waren en hij voelde geregeld door zijn eigen tranen heen de pijn van de ander.
In het begin werden de bejegening door zijn medegevangenen alleen nog maar erger, maar na enkele weken lieten ze hem gek genoeg meer met rust. En ik kan me nog goed herinneren hoe de man beschreef dat op een gegeven moment een medegevangene op zijn celdeur klopte en schuchter vroeg of hij binnen mocht komen. Vervolgens stortte deze gevangene (een man die hem eerder had vernederd) zijn hart vol pijn bij hem uit. En aan het eind van de ontmoeting omhelsden zij elkaar. Er was écht contact ontstaan - van mens tot mens en van hart tot hart.
In de maanden daarna kwamen steeds vaker gevangenen die in nood zaten naar de man toe om hun levensverhaal te vertellen. Hij luisterde naar hun pijn en schonk hun troost en begrip.
Een jaar later werd hij bij de directeur van de gevangenis ontboden. Er was een gevaarlijke en onhandelbare crimineel in de gevangenis gekomen, die zich heel agressief gedroeg naar zowel medegevangenen als personeel. De directeur vroeg de man om te bemiddelen in de situatie en hij deed dat. En doordat hij ook voor deze medegevangene zijn hart opende, wist hij ook hem te bereiken.
Zo werd de onterecht veroordeelde man in enkele jaren een geliefd persoon in de gevangenis; zijn verhaal drong zelfs door tot buiten de muren, in de media. Na twaalf jaar kreeg hij gratie. De rest van zijn leven zette hij zich in om gevangenen bij te staan en hen te helpen het beste in zichzelf omhoog te halen.
Tijdens een interview zei deze man:
“Mijn onterechte veroordeling heeft een goede kant gehad.
Deze heeft mij wakker gemaakt voor mijn kracht en liefde.
Zonder die uitdaging was dat niet gebeurd.”
Kies voor liefde
Ieder van ons kan zich op een bepaald moment in het leven ook een gevangene voelen van de omstandigheden. Wat we op zo'n moment ook doen, het lukt dan soms niet om het probleem (direct) op te lossen of om ‘eruit te komen’ zoals we dat voor ogen hebben. Midden in de pijn die we dan voelen, komt het dan vaak niet in ons op om te stoppen met vechten en ons te richten op de liefde in ons hart.
Maar binnen de beperkingen van ons leven kunnen we altijd liefhebben, in eerste instantie onszelf en daarna misschien ook meer en meer de mensen en dingen om ons heen.
Wanneer we de verbinding met onszelf herstellen en onze liefde versterken, kan het maar zo zijn dat de omstandigheden verbeteren zonder dat we daarmee bezig zijn. En misschien kunnen wij dan na verloop van tijd, net als de man in het gevangenisverhaal, zeggen: “Mijn grootste probleem heeft een goede kant gehad. Het heeft mij wakker gemaakt voor mijn kracht en liefde. Zonder die uitdaging was dat niet gebeurd.”
Wat heeft liefde dan met autonomie te maken?
Ik heb het al een paar keer benadrukt: de manier waarop de mensheid op dit moment leeft, is geen uitdrukking van liefde, noch voor zichzelf, noch voor al het andere leven. En daar gaat het fout, want het leven is liefde. De hele ‘”substantie” waaruit het universum is opgebouwd, is liefde.
Autonome mensen doorzien dus dat de liefde nauwelijks meer ruimte krijgt en willen dat veranderen. En dat veranderingsproces begint met inzicht in wat we werkelijk zijn hier op aarde (levende mensen) en wat niet (burgers/natuurlijk personen).
In het volgende hoofdstuk leg ik dat nogmaals uit, weer in andere bewoordingen; daarin komt de zogenaamde scheppingshiërarchie aan bod.
HOOFDSTUK 15
Stap uit de matrix
De scheppingshiërarchie
Heel eenvoudig kun je stellen: God schiep de mens. De mens schiep vervolgens de overheid en die bedacht de burger (of “natuurlijk persoon”). Dit is de scheppingshiërarchie.
NB. Je hoeft niet in God te geloven om deze uiteenzetting te kunnen volgen en aanvaarden. Je kunt bijvoorbeeld ook lezen: ‘het Leven’, of ‘de Bron’.
Bron: www.vrijekees.nl
Je hebt geen macht over je schepper
Wanneer een kunstenaar een schilderij maakt, is dat schilderij van die kunstenaar en van niemand anders. Iedereen begrijpt ook dat het schilderij niet tegen de schilder kan zeggen: “Ik wil dat je me wat groter maakt, of wat kleiner, of dat je een andere kleur gebruikt.” Dat is immers niet aan het schilderij, dat is aan de kunstenaar.
Hetzelfde zien we bij de mens die door God word geschapen. Die kan niet tegen God zijn Schepper zeggen: “Maak me even wat groter, of wat kleiner, of geef me een andere huidskleur.”
Dus: wanneer de mens het idee krijgt om een overheid te scheppen, kan die overheid onmogelijk tegen de mens zeggen: “Jij moet dit doen en dat laten.” De mens is de schepper van de overheid, die dus om die reden geen enkele macht heeft over de mens.
Maar: wanneer de overheid (of de banken of wie dan ook) vervolgens een burger bedenken, is die burger logischerwijs inderdaad van hen en kunnen ze er dus mee doen wat ze willen*. Dat geldt echter alleen voor die “dode” burger, niet voor de bóven de overheid staande méns!
* Dit geldt echter slechts tot het moment dat de mens het “spel” (de matrix) doorziet en herroept (zie het volgende hoofdstuk: “Het hele verhaal tenietdoen”). Ná die herroeping valt ook de burger onder de mens.
De matrix
God, of de bron van al het leven, schiep mens, dier en plant. In feite schiep Hij/Zij de hele kosmos. Dat is de levende waarheid.
Vervolgens schiep de mens de overheid en deze bedacht de burger en de zestig miljoen wetten en regels waar die burger zich aan zou moeten houden. Dat is de dode fictie.
Op het moment dat de mens die fictie gelooft, dus gelooft dat hij burger ís, brengt hij de fictie tot “leven”. De illusie wordt werkelijkheid. Vanaf dat moment heeft de mens ook echt het gevoel dat hij ónder de overheid staat en dat hij met handen en voeten gebonden is aan alle wetten en regels van diezelfde overheid.
Deze gebondenheid duurt voort totdat de mens zich bewust wordt van de scheppingshiërarchie (zie nogmaals de tekening hierboven). Op het moment dat hij die begrijpt, valt de illusie uiteen en wordt de mens wakker uit zijn droom (nachtmerrie).
De maatschappij die we met z’n allen hebben gecreëerd, lijkt veel op de matrix in de gelijknamige film. Het verhaal van The Matrix speelt zich af in een dystopische “toekomst”, waarin de mensheid zonder dit te weten gevangen zit in een gesimuleerde werkelijkheid. Intelligente machines hebben deze simulatie bedacht om de mensheid af te leiden, terwijl ze hun lichamen gebruiken als energiebron.
In The Matrix hebben de meeste mensen dus helemaal niet door waar ze inzitten. En degenen die het wel in de gaten hebben, hebben het gevoel dat ze erin gevangen zitten en zich onmogelijk kunnen bevrijden.
Stap uit de matrix
De werkelijkheid is echter, zowel in de film als in ons leven: wanneer je het “spel” doorziet, realiseer je je plotseling dat je er nooit echt in hebt gezeten! Het was enkel een idee waarin je geloofde. Een idee dat je zelf leven bleef inblazen, samen met anderen, waardoor het echt leek.
Op zichzelf is er niks mis mee om gezamenlijk matrixen te scheppen door bepaalde ideeën leven in te blazen. Maar de matrix waarin wij terecht zijn gekomen, is zo destructief, zo gericht tegen de essentie van de mens en daarmee tegen het leven, dat ik ervoor kies om eruit te stappen. En met mij gelukkig steeds meer autonome mensen.
Ik ben geschapen naar het evenbeeld van God en er staat niets of niemand
tussen mij en mijn Schepper; God, de Allerhoogste. Ik kan de ideeën waarin ik geloof tot leven wekken door ze mijn levensadem in te blazen, zoals God mij Zijn/Haar levensadem inblies. Wanneer ik dat doe, komen mijn ideeën tot “leven”. Ik kies ervoor om ideeën tot leven te brengen die liefde, vrijheid en respect uitdrukken voor alles wat leeft.
HOOFDSTUK 16
Het hele verhaal tenietdoen
Je hebt in dit boek kunnen lezen hoe de overheid je door list en bedrog via de “burger” (of “natuurlijk persoon”) onder haar wetten en regels heeft geplaatst om controle te krijgen over jou als levende mens en zich toegang te verschaffen tot je eigendommen en levensenergie.
De tekst hieronder bevrijdt je uit deze situatie. Wanneer je deze verklaring aflegt, geef je aan dat je niet langer instemt met het legale vermoeden dat jij als levende mens gelijkgesteld bent of kunt worden met je natuurlijk persoon (je burger).
Daarnaast ontbindt de tekst elk mogelijk contract en elke mogelijke verbintenis tussen jou en de overheid die gebaseerd zijn op dwaling van jouw kant.
Tot slot beschrijft de tekst de voorwaarden waarop jij als levende mens zakendoet met andere levende mensen en geeft deze duidelijk aan dat jij de enige bestuurder bent van jouw natuurlijk persoon (burger), indien en wanneer jij daarvoor kiest.
Lees deze tekst eens rustig door. Elk woord heeft betekenis en is zorgvuldig gekozen op basis van de kennis die Vrije kees heeft vergaard (https://vrijekees.nl) over hoe de “maatschappij” in elkaar zit, over hoe we vanaf onze geboorte úít ons menszijn en ín ons burgerschap zijn “gevallen”, en hoe we daarmee verstrikt zijn geraakt in een ondoorzichtig web van verbindingen met de overheid.
Ik verklaar:
Ik, ………………………….. (mensnaam; in mijn situatie dus Hendrik Herman), ben als levend mens volledig vrij op aarde gekomen en ik ben dat nog steeds. Er staat niets of niemand tussen mij en mijn Schepper; God, de Allerhoogste. Dat betekent dat noch een ander levend mens, noch enig natuurlijk persoon of rechtspersoon jurisdictie heeft over mij. Ik ben de enige bestuurder van mijn natuurlijk persoon (burger).
Ik verduidelijk dit graag als volgt.
Herroeping
Hierbij herroep ik elke instemming met het legale vermoeden dat ik, de levende mens met de van zijn ouders gekregen na(a)m(en) …………………………..... (mensnaam), op …………….. (datum) ter aarde gekomen als kind van ……………………. (mensnaam vader) van de familie ………………………………………………………… (familienaam opa - familienaam oma vaderskant) en …………………………………… (mensnaam moeder) van de familie ………………………………………………………… (familienaam opa - familienaam oma moederskant), de natuurlijk persoon …………………………………………………… (mensnaam + familienaam) en alle mogelijke andere schrijfwijzen van die naam met burgerservicenummer ……………………….. (burgerservicenummer), ben. Ik herroep bovendien elke stilzwijgende en elke mogelijk andere onbewuste instemming mijnerzijds met iedere claim die de overheid legt op mij als levende mens, gebaseerd op dit rechtsvermoeden.
Ik bén een mens en ik héb een natuurlijk persoon.
Ontbinding
Zouden er een of meerdere contracten bestaan tussen mijn natuurlijk persoon en de overheid, dan zijn die van mijn kant, als mens die de natuurlijk persoon doet “handelen”, stilzwijgend en onbewust tot stand gekomen. Ik heb daarbij nooit mijn wil nadrukkelijk geuit en ook niet kúnnen uiten, doordat ik nooit alle informatie over deze contracten heb gekregen. Ik heb zelfs niet eens informatie ontvangen die erop duidde dat ik überhaupt in contract wás.
Gezien het feit dat ik bij de totstandkoming van die contracten dus ernstig ben misleid, ontbind ik ze met terugwerkende kracht tot het moment dat ze in werking zijn getreden. Ze zijn nietig.
Voorwaarden
Ik handel als mens in contracten met andere mensen, en - indien en wanneer ik dat kies - ten behoeve van en in de rol van natuurlijk persoon in contracten met andere natuurlijk personen en natuurlijk personen als vertegenwoordiger van rechtspersonen.
Als zodanig sluit ik alleen contracten gebaseerd op wederzijdse wilsovereenstemming, en uitsluitend indien mijn wil en mijn wilsuiting zijn gebaseerd op volledige en juiste informatie over het onderwerp van de overeenkomst.
Beschikking
Daarnaast bevestig ik dat ik als levende mens, en ik alleen, beschik over de natuurlijk persoon ……………………………………….. (mensnaam + familienaam) en alle mogelijke andere schrijfwijzen van die naam, al dan niet gekoppeld aan het burgerservicenummer ……………………….. (burgerservicenummer). Deze natuurlijk persoon is geschapen door de overheid, waarvan ik als levende mens mede-schepper ben. Aangezien de overheid een fictie is, kan die niets besturen, ook niet “mijn” natuurlijk persoon. Daarom eigen ik mij die hierbij toe: ik als levende mens, en ik alleen, heb de beschikking over “mijn” natuurlijk persoon en zal hier alleen gebruik van maken wanneer en indien ik dat verkies.
Ik trek dus elke machtiging in die ik zou hebben gegeven aan welk ander mens, aan welke natuurlijk persoon of aan welke instantie dan ook om te handelen namens de natuurlijk persoon ……………………………………….. (mensnaam + familienaam) en alle mogelijke andere schrijfwijzen van die naam.
Ik ben een vrij mens en ik leef bij slechts één gouden leefregel, namelijk dat mijn vrijheid andere mensen niet schaadt (“Do no harm”).
HOOFDSTUK 17
Waarschuwing
Wanneer een paar procent van de mensen een deel van hun geld contant zou opnemen, zouden alle banken omvallen (niet doen dus).
Wanneer een paar procent van de mensen de overheid wat schriftelijke vragen zou stellen alvorens wel of niet in te gaan op een betalingsverzoek van bijvoorbeeld de Belastingdienst, de gemeente, de politie of CJIB, zou het hele systeem omvallen (ook niet doen dus!)
Hieronder deel ik graag de antwoorden met je die ik kreeg op mijn vraag aan overheidsinstelling RDW van wie mijn geheel afbetaalde auto eigenlijk is. Maar eerst een waarschuwing.
Waarschuwing
Wanneer je iets zou willen doen met de informatie in dit boek, besluit dan niet opeens om geen belasting meer te betalen, een boete te weigeren of anderszins een verzoek of zogenaamde verplichting tot betaling die je van de overheid ontvangt, te negeren. Als je namelijk niet eerst een goede fundering legt voor je acties als levende mens, maak je heel weinig kans tegenover “het systeem”.
Je krijgt gewoon de hele protocol-riedel aan je broek die ik in het voorbeeld van mijn belastingaangifte heb beschreven: een herinnering, nog een herinnering, een aanmaning, steeds hogere boetes en steeds dwingender teksten tot en met een dwangbevel in naam van de koning en (dreiging van) beslagleggingen en/of inbeslagnames.
Míjn advies is dan ook: laat het nooit tot een deurwaarder komen voordat je je met behulp van meerdere bronnen heel goed in het onderwerp hebt verdiept en je weet wat je wel en niet kunt doen in dat geval.
Een goede fundering
Je kunt een goede fundering leggen door de verschillende aanpakken binnen de autonomiebeweging te bestuderen (zie voor meer informatie het hoofdstuk: “Meer weten?”), er één te kiezen die goed bij jou past, je die zo goed mogelijk eigen te maken en vervolgens consequent toe te passen. Houd daarnaast van elk contact dat je met de overheid hebt een dossier bij en verstuur belangrijke brieven altijd aangetekend.
Intussen kun je natuurlijk wél al vragen gaan stellen…
Vóórdat je alle ins en outs precies kent en doorgrondt, kun je natuurlijk al beginnen met vragen stellen. Niet alleen kunnen jouw vragen mensen die voor de overheid werken aan het denken zetten (zeker al diegenen die niet op de hoogte zijn van het systeem waarin ook zij gevangen zitten), je kunt er zelf ook heel veel van leren!
Vraag bijvoorbeeld eens hoe een overheidsinstantie erbij komt dat ze jou als levende mens een betalingsverplichting kan opleggen. Waar deze het op baseert dat ze meent iets over jou als mens te zeggen te hebben. We hebben al gezien dat “de overheid” niet leeft; een overheidsinstantie dus evenmin. Het zijn dode dingen. Vraag dus ook welke mens binnen die instantie jou iets oplegt en aan welke mens de betaling moet worden gedaan. Je kunt immers niet aan een dode betalen? En je hebt recht op het antwoord op deze vragen alvorens je op een verzoek tot betaling ingaat. Niet alleen als mens: in het Burgerlijk Wetboek staat dat óók “jouw burger” daar recht op heeft.
Verbaas je vervolgens over de antwoorden die je krijgt. Deze zijn echt heel leerzaam en onthullend! Niet alleen wordt jouw mens-zijn consequent ontweken (of zelfs volledig genegeerd), ook de argumenten die je krijgt, zijn over het algemeen heel vaag en nietszeggend, tenminste: wanneer je de teksten goed bestudeert en ontleedt. Zo heb ik op álle brieven die ik inmiddels heb verstuurd, hoogstens een antwoord gekregen in de trant van: Het staat in de wet dat elke Nederlander verplicht is om… (hoe vaag kun je zijn!). Ik heb nog nooit een specifiek wetsartikel toegestuurd gekregen als bewijs voor het feit dat wat mij gevraagd wordt, gegrond is. En zelfs wanneer jij wel zo gelukkig zou zijn, dan weet je inmiddels dat dat wetsartikel op jouw burger slaat en niet op jou als mens. Het is dan dus nog steeds geen goed argument om jou als mens iets te kunnen opleggen. (Daarvoor zou bijvoorbeeld moeten worden aangegeven dat jij als mens toen-en-toen en daar-en-daar zelf hebt ingestemd met de vermeende overeenkomst die jou nu tot betaling zou verplichten.)
Eén ding is zeker
Eén ding kan ik je in ieder geval alvast voorspellen: hoe helder jij ook aangeeft dat je niet “de burger” bent (de achternaam dus) waaraan zij hun brief richten, maar de levende mens (je voornaam dus), de volgende brief die je krijgt is gewoon weer gericht aan je achternaam. Zo wordt het met elke brief duidelijker dat de instanties alleen over die achternaam iets te zeggen menen te hebben. En dat klopt ook, want die achternaam, de burger, de natuurlijk persoon, hebben ze immers zelf gemaakt (en we hebben al vaker gezien: wat je creëert, is van jou). Bovendien “val” jij met elke reactie op hun brieven meer ónder hen, want, zo hebben we ook al eerder gezien, zij mogen voor de wet aannemen dat jij instemt met je burger- of natuurlijk-persoon-zijn door je reactie op de daaraan gerichte brief.
Niet zelden ontstaat er overigens helemaal geen vraag-en-antwoord-spel, maar krijg je gewoon de volgende protocolbrief uit het systeem in de bus, alsof je helemaal geen vraag hebt gesteld. Vaak zijn die vervolgbrieven door iemand anders ondertekend, of zelfs alleen nog maar door een functie (zoals: “De inspecteur”), of zelfs door een instantie (zoals: “De gemeente”).
Maar we hebben gezien dat een functie of een instantie een dood ding is. Jij wilt contact met de mens die voor die instantie werkt, de mens die die functie tot leven brengt. Communicatie van mens tot mens lijkt echter vrijwel onmogelijk. Zou dat kunnen zijn omdat het hele “spel” ophoudt op het moment dat de mens tevoorschijn komt?
Stel niet alleen vragen, wijs ook af
Het is van groot belang voor het aangaan van een verbintenis dat jij hierover volledig geïnformeerd bent; alleen dán kun je er immers in alle vrijheid mee instemmen - of niet. Dat geldt althans voor een zuivere verbintenis.
Maar we hebben in het voorbeeld van mijn belastingaangifte al gezien dat er ook andere verbintenissen blijken te bestaan en dat die zelfs “legaal” zouden zijn. In deze gevallen is er gewoon een “voorstel” doorheen gedrukt zonder dat de andere partij (jij) goed geïnformeerd was en hier dus in vrijheid mee heeft kunnen instemmen. Voor de wet mag je namelijk aannemen dat iemand instemt met een impliciet voorstel zolang hij niet uitdrukkelijk aangeeft dat niet te willen.
Daarom is het belangrijk om je vragen te combineren met een expliciete afwijzing. Niet een definitieve afwijzing (want dan krijg je echt gedonder), maar een voorlopige afwijzing. Dat laatste mág niet alleen, het is zelfs terecht dat je dit doet. Je schrijft bijvoorbeeld: “Ik ga graag in op je verzoek/ ik doe graag de gevraagde betaling als ik daartoe werkelijk verplicht zou zijn” en dan vraag je bijvoorbeeld waarop degene aan wie je schrijft, baseert dat hij iets over jou als levende mens te zeggen meent te hebben. Verbaas je vervolgens weer over de antwoorden die je krijgt (of juist niet).
Telegram
Als je het leuk vindt om op deze manier op onderzoek uit te gaan, raad ik je aan om ook lid te worden van een of meer Telegram-groepen over autonomie (vrijwel elke stroming in de autonomiebeweging heeft wel een of meer van deze groepen). Je kunt daarin vragen stellen, ervaringen delen en vooral: leren van elkaar.
Mocht je voor lastige situaties komen te staan, dan is er in die groepen veel kennis aanwezig en de bereidheid elkaar te helpen en te delen is doorgaans heel groot.
Van wie is mijn auto eigenlijk?
Hieronder een voorbeeld van mijn communicatie met de overheid in de vorm van een mailwisseling die ik onlangs (medio 2023) had met de RDW over de vraag: “Van wie is mijn auto eigenlijk?”
Jij denkt waarschijnlijk: “Mijn auto is van mij”, maar wie is “mij” dan precies? Net zoals al jouw officiële documenten staat jouw auto immers op je burgernaam, niet op jouw mensnaam. Wat betekent dat precies? Welke regels zitten daaraan vast, aangezien je burgernaam vastzit aan zestig miljoen regels, zoals we hebben gezien…
Ik neem een deel van de mailwisseling woordelijk op. Wanneer je deze leest, zul je waarschijnlijk niet begrijpen waarom het zo ontzettend moeilijk schijnt te zijn om gewoon te zeggen van wie de auto is, of bij welke instantie je dat met zekerheid te weten kunt komen.
Vraag Henk
Beste RDW,
Op mijn kentekenbewijs staat dat ik eigenaar/houder ben van de auto met kenteken X. Ik ben dus eigenaar OF houder. Dat is nogal een groot verschil. Ik heb de auto zelf betaald en gekocht. Kunt u mij eenvoudig bevestigen dat ik de eigenaar ben?
Met vr gr Henk
Antwoord RDW:
Geachte heer Fransen,
Hartelijk dank voor uw e-mail. U wilt graag een bevestiging van de RDW dat u de eigenaar bent van het voertuig met het kenteken X. Op een kentekenbewijs vermelden wij eigenaar/houder van het voertuig. In dit geval kan ik u melden dat wij dit op deze wijze op het kentekenbewijs vermelden, omdat de persoon die op het kentekenbewijs staat niet altijd de eigenaar hoeft te zijn van het voertuig. Op de kentekencard staat: De houder van dit kentekenbewijs kan door het kentekenbewijs niet worden aangeduid als de eigenaar van het voertuig. Dat betekent dat de geregistreerde eigenaar niet altijd de eigenaar van het voertuig is. Bijvoorbeeld bij leasevoertuigen. De leasemaatschappij is dan eigenaar, maar het kentekenbewijs kan op naam van de bestuurder staan. De RDW kan u daarom niet schriftelijk bevestigen dat u de eigenaar bent.
Naam, Unitmanager Klant Contact Centrum
Vraag Henk
Beste Naam,
Dank voor uw snelle antwoord.
Uit uw antwoord maak ik op dat u mijn bericht niet goed gelezen heeft.
Ik schrijf namelijk duidelijk dat ik de auto zelf betaald en gekocht heb.
Kunt u mij nu schriftelijk bevestigen dat ik de eigenaar ben?
Met vr gr Henk
Antwoord RDW
Geachte heer Fransen,
Hartelijk dank voor uw reactie. Vervelend om te lezen dat uw vraag mogelijk niet goed is begrepen. Ik begrijp dat u de auto zelf betaald/gekocht heeft en u wilt een schriftelijke bevestiging dat u de eigenaar bent. Zoals in de eerdere e-mail is uitgelegd kan de RDW u niet schriftelijk bevestigen dat u de eigenaar bent van een voertuig, ook als u deze zelf heeft betaald/gekocht. U staat als aansprakelijke geregistreerd in het kentekenregister. Dit betekent dat de persoon die het voertuig op naam heeft staan verantwoordelijk is voor de voertuig gebonden verplichtingen (APK, verzekering en motorrijtuigenbelasting). Dit wil niet zeggen dat dit ook de eigenaar is van het voertuig.
Met vriendelijke groet,
Naam, Unitmanager Klant Contact Centrum
Vraag Henk
Beste Naam,
Nu wordt het voor mij nog ingewikkelder/verwarrender. Ik begrijp dat de RDW de auto registreert met de naam van de houder/eigenaar. Aan de ene kant kunnen jullie niet aangeven of ik de houder of de eigenaar ben. Aan de andere kant weten jullie wel te vertellen dat ik degene ben die verantwoordelijk is voor de aan de auto gebonden verplichtingen. Dan ben ik toch de eigenaar, want de houder heeft die verantwoordelijkheid volgens mij niet?
Graag jullie toelichting hierop.
Met vr gr Henk
En zo ging het een aantal keer heen en weer, tot ik nog duidelijker mijn levende mens-zijn benoemde en plotseling antwoord kreeg van een senior juridisch adviseur bezwaar en beroep. Hieronder mijn vraag en haar ant-woord.
Vraag Henk
Beste Naam,
Wel gek dat u over de uitleg van uw collega's praat terwijl u alle mails met uw naam hebt afgetiteld. Maar goed, hoe het ook zij, uw nieuwe uitleg kan ik volgen. Ik ben nu dus de juridische eigenaar van de auto. Dat wil dus zeggen dat, zoals u ook al eerder aangaf, mijn (natuurlijk) persoon, HH Fransen, de juridische eigenaar is. Deze natuurlijk persoon is echter een dode fictie en kan uit de aard van de zaak noch eigendommen hebben, noch deze beheren. Mag ik hieruit concluderen dat de auto dus rechtmatig eigendom is van de levende mens die door de overheid aan deze natuurlijk persoon is gekoppeld en deze schijnbaar tot leven brengt?
Graag verneem ik uw reactie.
Henk
Antwoord RDW
Beste H. Fransen,
Onlangs heeft u diverse emailberichten aan de RDW gestuurd en van de RDW ontvangen. Ik leid uit de onderstaande emailcorrespondentie af dat u beoogt dat de RDW uitspraken doet over de eigendom van een voertuig, de verantwoordelijkheden en/of verplichtingen van een kentekenhouder, etc. Naar aanleiding hiervan bericht ik u als volgt. De RDW doet geen uitspraken over de eigendom van een voertuig, dat is een civiele aangelegenheid waarin de RDW niet kan treden. De RDW registreert niet wie het eigendom van een voertuig heeft, maar wel wie het voertuig op naam heeft gezet. Degene die als eigenaar/houder van een voertuig in het kentekenregister staat geregistreerd, is gehouden om te voldoen aan de verplichtingen die voortvloeien uit het op naam hebben van een voertuig. Dat u zichzelf beschouwt als levende mens die door de overheid aan de natuurlijk persoon is gekoppeld en deze schijnbaar tot leven brengt, maakt het voorgaande niet anders. De RDW doet geen uitspraken over de eigendom en registreert slechts wie het voertuig op naam heeft gezet.
Met vriendelijke groet,
Naam, Senior juridisch adviseur bezwaar en beroep
Een vriendin van mij, die ook een mailwisseling met de RDW aanging over de vraag “Van wie is mijn auto?”, kreeg uiteindelijk, na nog veel meer verwar-rende en ontwijkende antwoorden, het volgende bericht:
Antwoord RDW
Geachte mevrouw Achternaam,
[…] U geeft aan dat het gegeven antwoord over de regel "De houder van dit kentekenbewijs kan door het kentekenbewijs niet worden aangeduid als de eigenaar van het voertuig" wat vermeld staat op het kentekenbewijs nog niet helemaal duidelijk is. Goed dat u dit aangeeft. Volgens de Wegenverkeerswet 1994 moet aan de eigenaar of houder van een voertuig voor dat voertuig een kentekenbewijs zijn afgegeven. De tenaamgestelde van het kentekenbewijs kan op grond van die tenaamstelling juridisch echter niet als eigenaar van het voertuig worden aangewezen. Als iemand dus een kentekenbewijs in bezit heeft houdt dat niet automatisch in dat het voertuig ook zijn/haar eigendom is of dat het iemand recht geeft op het krijgen van het eigenaarschap. De Europese wetgeving verplicht het vermelden van de regel "De tenaamgestelde kan door middel van dit kentekenbewijs niet worden geïdentificeerd als de eigenaar" op het kentekenbewijs. De verplichte regel staat sinds 1 juni 2004 op ieder nieuw afgegeven papieren Tenaamstellingsbewijs/deel IB. Op de kentekencard staat achter C.4.c De houder van dit kentekenbewijs kan door het kentekenbewijs niet worden aangeduid als de eigenaar van het voertuig. Het antwoord op de vraag wie de eigenaar van een voertuig is, vindt u in het Burgerlijk Wetboek. Bij geschillen over het eigenaarschap van een voertuig bepaalt uiteindelijk de burgerlijke rechter wie de eigenaar is. Wie wordt verantwoordelijk gehouden voor de voertuigverplichtingen? Wie een kenteken van een voertuig op zijn naam heeft staan, moet dus voldoen aan de voertuigverplichtingen (Motorrijtuigenbelasting, APK (indien van toepassing) en de Wettelijke Aansprakelijkheid Motorrijtuigen) voor dat voertuig. Via het kentekenregister wordt bepaald wie voor welk voertuig aansprakelijk is en er wordt ook actief gecontroleerd of de geregistreerde eigenaar/houder aan zijn voertuigverplichtingen heeft voldaan. Is niet aan deze verplichtingen voldaan, dan is er sprake van een overtreding. Mocht u naar aanleiding van bovenstaande informatie nog vragen hebben, dan hoor ik het graag in reactie op deze mail.
Met vriendelijke groet,
Naam, Unitmanager Klant Contact Centrum
In de antwoorden hierboven vallen een paar zaken op:
- Mijn auto is geregistreerd op naam van Fransen, mijn burger dus. Dat is een fictie en een fictie kan uit de aard der zaak geen eigenaar zijn. Immers, een papiertje of een boek kan niet iets bezitten. Ik, als burger, kan dus evenmin eigenaar van de auto zijn, maar zie je hoe ingewikkeld dit antwoord wordt ontweken?! Vandaar het verwarrende houder/eigenaar-gedoe. De unitmanager weet natuurlijk ook niet hoe het precies zit, maar hij heeft wél de teksten geleerd die hij mag gebruiken om te antwoorden. En wanneer de vragen te moeilijk worden, heeft hij ook geleerd deze niet zelf te formuleren, maar “boven” in te schakelen. Van “boven” krijg ik vervolgens een wat strenger antwoord, dat de zwakheden in de eerdere mails corrigeert. Maar ook dat antwoord fietst helemaal langs mijn mens-zijn heen en zegt in feite nog steeds niet wie dan de eigenaar wel is. Ik ga er overigens van uit dat ook de senior juridisch adviseur gewoon antwoordt wat zij heeft geleerd en geen notie heeft van wie mijn (of haar) auto nu echt is. Maar goed, zo kunnen we mensen tenminste aan het denken zetten…
- Omdat de auto op naam van Fransen staat, weten we inmiddels dat ik met die achternaam als burger onder de zestig miljoen regeltjes van de overheid “val”. De regeltjes die hier van toepassing blijken, zijn: verplichte APK, verplichte verzekering en verplichte motorrijtuigenbelasting. Interessant, men kan mij niet zeggen dat ik de eigenaar ben, maar men kan mij wel met zekerheid melden dat ik voor de auto moet betalen en hoeveel precies.
- Tot slot: zie je hoe mijn mens-zijn in alle mails wordt genegeerd of ontweken en consequent wordt teruggevoerd naar mijn burgernaam en naar het Burgerlijk Wetboek?
Blijft natuurlijk nog steeds de vraag van wie mijn auto is. En ook: van wie mijn huis en van wie het geld dat op “mijn” bankrekening staat. Al die zaken staan immers op mijn burgernaam, niet op mijn mensnaam. En we hebben al gezien: een ding, een papiertje kan niet iets bezitten. Ooit een akte gezien die een auto of een huis heeft? Van wie zijn mijn eigendommen en mijn geld dan wel? (En zelfs: van wie zijn “mijn” kinderen dan wél? De mijne zijn allang volwassen, maar wie “bezit” jouw minderjarige kinderen, en wie gaat er dus écht over hen?)
Interessante vragen, en ik daag je uit om in de toekomst eens hier en daar een vraag te stellen aan de overheid voordat je overal direct op ingaat omdat je denkt dat je wel weet hoe het zit.
Nog een laatste voorbeeld: ‘Halt politie!’
Let er bijvoorbeeld eens op hoeveel moeite politieagenten doen om eerst je paspoort, identiteitskaart of rijbewijs in handen te krijgen wanneer ze je aanspreken voor iets waarvan zij menen dat jij dat niet mag doen.
Waarom doen ze dat? Het paspoort, de identiteitskaart of het rijbewijs is helemaal niet van jou. Het staat er letterlijk in: het is van de Staat der Nederlanden en jij bent de houder en moet er goed op passen. Weer dat gekke woord: “houder”. Bovendien staat in je paspoort je burgernaam; dat is niet jouw mensnaam. Waarom wil de politie het dan zo graag hebben? Wat gebeurt er wanneer je je paspoort of rijbewijs geeft of wanneer je je achternaam uitspreekt? Dan ben je plotseling burger geworden en “val” je onder de wet. Dan pas kan een politieagent een boete uitschrijven, eerder niet! Want als levende mens val jij niet onder de regeltjes die hij handhaaft. Jouw mensnaam zal hij dus nooit accepteren.
Let vervolgens eens op wat er gebeurt als je je achternaam niet wenst te geven en aangeeft dat jij levende mens die-en-die bent en niks meer of minder. Dan slaat het verzoek om je identificatiebewijs (net als het verzoek om de belastingaangifte) plotseling om in de nodige dwang. En als jij de politieagent daarop vriendelijk aangeeft dat dwang strafbaar is, begint hij niet zelden te stotteren omdat hij in zijn opleiding heeft geleerd dat hij zich met dwang op heel glad ijs begeeft. Hoe dat precies in elkaar steekt en wat het verschil tussen een mens en een burger is, daar heeft hij doorgaans geen weet van.
Werkelijk overal kun je observeren hoe het systeem in elkaar zit, want werkelijk overal heb je met het systeem te maken. Wil je er meer over leren, dan kun je googelen op “autonomie”. Of misschien wil je een van mijn suggesties in het volgende hoofdstuk als vertrekpunt nemen.
HOOFDSTUK 18
Meer weten?
In het begin van dit boek schreef ik:
In dit boek verwoord ik mijn mening en mijn huidige kijk op de maatschappij. Neem niet zomaar aan wat ik schrijf. Onderzoek meerdere bronnen en vorm op grond daarvan je eigen mening. Het is enkel mijn doel om je aan het denken te zetten over een aantal zaken die doorgaans normaal worden gevonden. Wat jij vervolgens met mijn informatie doet, is je eigen verantwoordelijkheid.
Dit is wat mij betreft waar autonomie over gaat: zelf nadenken, zelf onderzoeken en je eigen pad vinden. Daartoe is het vanzelfsprekend belangrijk om meerdere bronnen te onderzoeken alvorens je zelf concrete stappen gaat zetten. Op internet kun je veel informatie, video’s en podcasts vinden wanneer je googelt op “autonomie”. Hieronder wil ik een paar bronnen noemen die ik goed vind. Misschien kunnen ze voor jou een eerste stap zijn.
Twee uitersten
Er zijn eigenlijk twee uitersten binnen de zogenaamde autonomiebeweging. Het ene uiterste leeft helemaal vanuit zijn mens-zijn en dus búíten het Burgerlijk Wetboek om, het andere uiterste stapt juist ín het wetssysteem en gebruikt dit om zijn burger-zijn zo goed mogelijk te beschermen. Tussen deze twee uitersten zitten verschillende stromingen. Ik zal eerst van beide uitersten een voorbeeld geven en daarna nog enkele van andere autonome stromingen.
Vrije kees; de mens die vrij is
Dit is de aanpak van Kees en Miranda: https://vrijekees.nl/. Zij gebruiken dus geen enkele wettekst, maar stappen helemaal in hun mens-zijn. Zij communiceren met overheidsinstanties en overheidsdienaren vanuit hun hart en dus op grond van die ene daarin gegrifte regel: “Niet doden, niet dwingen, niet liegen of bedriegen”: respect voor al wat leeft.
Dit is een directe link naar een online-lezing van Vrije kees: https://www.bitchute.com/video/EPcwu0AjTo9C/ en dit is de link naar een interview met Kees en Miranda: https://vrijekees.nl/vlogs-docus/.
Michael van Leeuwen; de burger die zijn rechten kent
Michael van Leeuwen schreef het boek “Ken uw recht”, waarin hij beschrijft hoe het wetssysteem in essentie in elkaar zit: van de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens (UVRM) en verschillende andere internationale verdragen, via het strafrecht, tot en met het Burgerlijk Wetboek en wat daar zoal in staat (alle zogenaamde wet- en regelgeving).
Ik kan iedereen aanraden zijn boek te lezen. Je kunt het bijvoorbeeld hier aanschaffen: https://www.symbolon.biz/p/leeuwen-michael-van-ken-uw-recht-vrijheid-is-uw-recht/. Hier heb je ook een directe link naar een interview met Michael: https://www.vrijheidsrechten.nl/lessen-in-het-recht-volgen/.
Andere stromingen
Zoals gezegd: tussen de twee uitersten bevinden zich verschillende autonome stromingen. Elke stroming legt in zijn aanpak andere accenten. Meerdere bieden ook begeleiding op het pad van autonomie. Hier volgen drie voorbeelden (maar er zijn er dus veel meer!): Veilig en Vrij: https://veiligenvrij.nl/ en Word Mens: https://wordmens.nu.
Online cursus “Niets is wat het lijkt”
Mocht je meer willen weten over de manier waarop het burgerschap gedurende meer dan een eeuw stap voor stap is vormgegeven en wat de werkelijke bedoeling ervan precies is, dan is de online cursus “Niets is wat het lijkt” van Karen Hamaker een goed vertrekpunt: http://www.asfaloth.nl/site/niets-is-wat-het-lijkt/ (binnenkort verschijnt hierop een vervolg). Van Karen zijn ook meerdere podcasts op internet te vinden, waarin ze meer over dit onderwerp vertelt.
Hans Xaver Meier: belangrijke achtergrondinformatie
Het boek “Hintergrundwissen” van Hans Xaver Meier geeft gedegen informatie over het vernuftige plan van de topjuristen van de banken. Hier kun je de Nederlandse vertaling ervan downloaden: https://www.renevdfniemeijer.
Wil je op de hoogte blijven van mijn inzichten over autonomie?
Dan kun je je via deze link aanmelden:
https://genezendvermogen.nl/optin-interesse-autonomie/