Bondgenoot, autobiografie van een immuuncel - positieve gedachten

  • Onderstaand een stuk tekst uit het boek 'Bondgenoot, autobiografie van een immuuncel'. De tekst laat zien hoe het woordje 'moeten' stress creëert en ons onder druk zet, en hoe het woordje 'mogen' ruimte schept en gezonde ontwikkeling stimuleert.

Bestel Bondgenoot hier.



Bondgenoot - Positieve gedachten


Inleiding

Onderstaande tekst komt uit het boek ‘Bondgenoot, autobiografie van een immuuncel’. De hoofdpersoon in dit boek is een immuuncel met de naam Bondgenoot die zijn levensverhaal vertelt. Het hele verhaal speelt zich in het lichaam af.

Bondgenoot vertelt over zijn jeugd en hoe hij zich altijd inzet voor de cellen om hem heen. In zijn puberteit is hij getuige van een hele nare periode. De mens waarin hij leeft voelt zich heel verdrietig en eenzaam. Wat Bondgenoot ook probeert, het lukt hem niet de mens weer beter te maken. Op een gegeven moment kan hij het niet langer aanzien en ‘knakt’ er iets in hem. Het leven waartoe hij tot dan toe zo enthousiast was verliest zijn glans. Diep vanbinnen hoeft het niet meer voor hem, maar hij laat dat aan niemand merken. Wanneer hij op volwassen leeftijd komt, slaat ‘de leegte’ toe. De situatie is heel ernstig en Bondgenoot wordt vanbinnen wakker geschud. Hij besluit op ontdekkingstocht te gaan en te zien of hij de mens op de een of andere manier kan redden. Hij levert een lang en zwaar gevecht aan het eind waarvan hij het geheim van spontane genezing ontdekt. Tijdens het verhaal ontpopt Bondgenoot zich tot leider van het immuunsysteem. Op een gegeven moment zit hij met de andere immuuncellen bijeen en denken ze na over de werking van gedachten. Onderstaand leest u een gedeelte van deze tekst.

Welke (positieve) gedachten kunnen de mens helpen?

‘Welke gedachten zouden de mens kunnen helpen?’ vroeg ik aan de immuuncellen. We waren met z’n allen net terug van een bezoek aan het hoofd. Ik had de immuuncellen laten zien hoe gedachten in het hoofd van de mens verschenen en vervolgens via de zenuwen en de bloedbaan een uitwerking hadden in de rest van het lichaam. Ieder had ervaren hoe een angstgedachte de mens onder druk zette en hoe een liefdevolle gedachte de mens nieuwe hoop gaf. De immuuncellen die bang waren dat de mens dood zou gaan, waren enorm geschrokken. De immuuncellen die de laatste tijd meer vertrouwen hadden gekregen waren juist enthousiast over de werking van gedachten. Ze voelden liefde voor de mens en zeiden tegen bijna elke cel: ‘Liefste, ik houd van jou’. Ze hadden gemerkt hoezeer dit de cellen ontspande en blij maakte.

‘De mens moet positieve gedachten hebben’, antwoordde een immuuncel op mijn vraag. Hij kreeg van meerdere kanten instemming. ‘Ja, de mens moet positief zijn, dat is goed. De mens moet niet bang zijn, dat is slecht’, vulde een andere cel aan. Er ging een rilling door de aanwezigen. Als dat zo was, hadden ze schuld aan de leegte. ‘Ik ben het er niet mee eens’, verweerde een cel zich. ‘Ik geloof niet in de werking van gedachten. Het zou betekenen dat wij de leegte veroorzaakt hebben en schuldig zijn aan de toestand in de mens.’ ‘Ja!’, werd er van meerdere kanten gereageerd, ‘Het is niet waar, de leegte is ons overkomen en daar kunnen wij niks aan doen!’

Een grote en sterke immuuncel stond op. Hij torende hoog boven de meeste anderen uit en het leek alsof er boven zijn hoofd een licht straalde.

Hij sprak: ‘De mens moet niet positief zijn.’ Zijn opmerking trok alle aandacht. Het was doodstil. De mens moet niet positief zijn? Enkele cellen wilden boos reageren, maar hielden zich in, omdat de immuuncel die gesproken had een grote kracht uitstraalde. Wat zou hij precies bedoelen?

‘Moeten werkt niet’, vervolgde de cel. ‘Als je positief moet zijn, dan ben je het niet echt.’

Tja, daar zat wel wat in, vonden meerdere cellen. Als ze zich voorstelden dat ze iets moesten doen, dan voelden ze inderdaad direct een spanning. Moeten was dus geen behulpzaam woord. ‘De oplossing is mogen’, riep een jonge pubercel. ‘De mens hoeft niks en mag alles!’ voegde hij er nog snel aan toe. Zijn opmerking werd direct afgekeurd. Een oude cel verwoordde een algemeen gevoel: ‘Dan is het hek van de dam, dat kunnen we niet tolereren’, sprak hij streng. Toch twijfelde hij aan wat hij net gezegd had. Het impulsieve van de jonge cel had hem sterk afgestoten, maar het enthousiasme en de bereidheid van de jonge cel om nieuwe dingen te onderzoeken hadden hem aangesproken. Hij moest eerlijk bekennen dat het woordje ‘mogen’ ruimte gaf en nieuwe werelden opende. Voorzichtig probeerde hij voor zichzelf: de mens mag ziek zijn… de mens mag het opgeven… hij mag huilen en boos zijn… de mens mag vallen en opstaan… de mens mag van zichzelf houden… hij mag voelen hoe mooi en sterk hij is… hmmm, de jonge cel had toch wel een beetje gelijk…

De grote en sterke immuuncel nam opnieuw het woord. Hij sprak eenvoudig: ‘De mens wordt vanzelf positief als hij van zichzelf houdt, de mens is ontzettend mooi!’ Zijn woorden klonken na in alle aanwezigen:

‘De mens wordt vanzelf positief als hij van zichzelf houdt, de mens is ontzettend mooi.’ Iedereen voelde iets anders bij deze woorden. Het varieerde van sterke afkeuring tot volledige herkenning.

‘Immuuncel mag van zichzelf houden, immuuncel is ontzettend mooi’, vulde ik aan. Mijn stem klonk liefdevol en mijn woorden waren sterk als staal. Ik hield van immuuncel en wist dat hij onoverwinnelijk was. Duidelijk leesbaar voor iedereen schreef ik de verschillende meningen op:

•          Ik ben bang om dood te gaan


•          Ik moet positief zijn, dat is goed


•          Ik moet niet bang zijn, dat is slecht


•          Ik geloof niet in de werking van gedachten, want dan voel ik me schuldig


•          Moeten werkt niet, want als ik positief moet zijn, dan ben ik het niet echt


•          Ik hoef niets, ik mag alles


•          Ik mag ziek zijn, ik mag het opgeven, ik mag huilen en boos zijn


•          Ik mag iets nieuws proberen en ik mag vallen en opstaan


•          Ik mag van mezelf houden en voelen hoe groots ik ben


•          Ik word vanzelf positief als ik van mezelf houd


•          Ik ben onoverwinnelijk


Het was een hele lijst geworden. We hadden over veel zaken nagedacht. Iedereen had meegedaan en zijn gevoel onder woorden proberen te brengen. Ik liet eenieder in zijn waarde toen ik zei: ‘Kies de twee gedachten uit deze rij die je het meest aanspreken en ga aan het werk. Onderzoek of die gedachten je helpen gelukkig te zijn. Veel succes, ik heb vertrouwen in jullie!’ En na deze woorden was iedereen weer aan het werk gegaan…

Uit ‘Bondgenoot, autobiografie van een immuuncel’ van Henk Fransen ISBN 9789072455857, verhaal over de ontwikkeling van een zwak naar een sterk immuunsysteem.


Bestel Bondgenoot hier.


Wat Ian Gawler, autoriteit op het gebied van het immuunsysteem over Bondgenoot heeft geschreven:

'De beste boodschap op dit gebied, lees het en voel je immuunsysteem
tintelen van vitaliteit en gezondheid'


 
harry vellinga
Door

harry vellinga

op 29 Mar 2013

Bondgenoot is een prachtig informatief boek over het lichaam met zijn immuunsysteem. Het is een meeslepend verhaal van het leven van een immuuncel in het lichaam van een mens. je leert Bondgenoot kennen als een hard werkende `persoon` die de kar even niet kan trekken, maar dan .......... Henk geeft de lezing in april in ST. Nicolaasga over dit prachtige boek. Voor meer info kijk even op onze site www.shiatsupraktijkbalans.nl Harry

Reactie plaatsen